Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bezirksgericht Bleiburg (Oostenrijk) op 8 januari 2021 – LKW WALTER Internationale Transportorganisation AG / CB e.a.

(Zaak C-7/21)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bezirksgericht Bleiburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: LKW WALTER Internationale Transportorganisation AG

Verwerende partijen: CB, DF, GH

Prejudiciële vragen

Moeten artikelen 36 en 39 van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 20121 juncto artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de beginselen van doeltreffendheid en gelijkwaardigheid (beginsel van loyale samenwerking overeenkomstig artikel 4, lid 3, VEU) aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een regeling van een lidstaat, die erin voorziet dat het enige rechtsmiddel waarmee kan worden opgekomen tegen een tenuitvoerleggingsbeslissing die een gerecht zonder voorafgaande tegensprekelijke procedure en zonder executoriale titel louter op basis van de beweringen van de executerende partij wijst, het bezwaar is, dat binnen acht dagen in de taal van deze lidstaat moet worden ingediend, ook wanneer de tenuitvoerleggingsbeslissing in een andere lidstaat wordt betekend in een taal die degene voor wie het stuk is bestemd niet begrijpt, waarbij het bezwaar reeds als tardief wordt afgewezen wanneer het binnen twaalf dagen is ingediend?

Moet artikel 8 van verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 20072 juncto de beginselen van doeltreffendheid en gelijkwaardigheid aldus worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan een nationale maatregel volgens welke door het modelformulier in bijlage II, waarmee degene voor wie het stuk is bestemd in kennis wordt gesteld van zijn recht om de ontvangst van het stuk te weigeren, binnen de termijn van een week te betekenen, tegelijkertijd ook de termijn voor indiening van het vastgestelde rechtsmiddel tegen de op hetzelfde tijdstip betekende tenuitvoerleggingsbeslissing begint te lopen, waarvan de duur is bepaald op acht dagen?

Moet artikel 18, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een regeling van een lidstaat, die als rechtsmiddel tegen een tenuitvoerleggingsbeslissing voorziet in het gemotiveerde bezwaar, dat binnen acht dagen moet worden ingediend, en die erin voorziet dat deze termijn ook geldt wanneer degene voor wie de tenuitvoerleggingsbeslissing is bestemd, in een andere lidstaat is gevestigd en deze beslissing noch is gesteld in de officiële taal van de lidstaat waar zij wordt betekend, noch in een taal die degene voor wie zij is bestemd, begrijpt?

____________

1     Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2012, L 351, blz. 1).

2     Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („de betekening en de kennisgeving van stukken”), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad (PB 2007, L 324, blz. 79).