Language of document :

Beroep ingesteld op 9 juli 2008 - Région Nord-Pas-de-Calais / Commissie

(Zaak T-267/08)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Région Nord-Pas-de-Calais (vertegenwoordigers: M. Cliquennois en F. Cavedon, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring van beschikking C(2008) 1089 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 april 2008 betreffende staatssteun nr. C 38/2007 (ex NN 45/2007) die door Frankrijk is uitgevoerd ten gunste van Arbel Fauvet Rail SA;

verwijzing van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vraagt om de nietigverklaring van beschikking C(2008) 1089 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 april 2008 waarbij de Commissie met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar heeft verklaard, de staatssteun die door verzoekster en de Communauté d'Agglomération du Douaisis is toegekend aan Arbel Fauvet Rail SA in de vorm van terug te betalen voorschotten tegen een jaarlijkse rentevoet van 4,08 %, die overeenstemt met de communautaire referentievoet die ten tijde van de toekenning van toepassing was. De Commissie was van oordeel dat Arbel Fauvet Rail SA, gezien haar financiële toestand, dergelijke fondsen niet tegen even gunstige voorwaarden op de financiële markten had kunnen verkrijgen.

Verzoekster betoogt om te beginnen dat de Commissie een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt en aan haar motiveringsplicht heeft verzaakt, doordat zij zich op het standput heeft gesteld dat de fondsen deels afkomstig waren van de gemeenten van de Communauté d'Agglomération du Douaisis, zonder rekening te houden met de specifieke juridische kenmerken van de communauté d'agglomération, die een publiekrechtelijke instelling voor intergemeentelijke samenwerking is die bestuurlijke en begrotingsautonomie geniet ten opzichte van de gemeenten die er de leden van zijn. Verzoekster meent dat de toegekende steun dan ook niet aan de staat kan worden toegerekend.

Vervolgens betoogt verzoekster dat de Commissie beoordelingsfouten heeft gemaakt i) door Arbel Fauvet Rail SA te kwalificeren als een onderneming in moeilijkheden en ii) door zich op het standpunt te stellen dat Arbel Fauvet Rail SA niet de rentevoet zou hebben gekregen die onder normale marktomstandigheden wordt toegepast.

Verzoekster betoogt daarnaast dat de Commissie haar onderzoek niet met de vereiste zorgvuldigheid heeft uitgevoerd, omdat zij noch het bedrag van de terug te vorderen steun, noch de omvang van de steun heeft vastgesteld en geen enkel element heeft aangedragen op grond waarvan een verhoging kan worden gerechtvaardigd van de rentevoet die op de terug te betalen voorschotten moet worden toegepast vanwege een bijzondere risicosituatie bij Arbel Fauvet Rail SA.

Verzoekster voert ten slotte een schending van het beginsel van hoor en wederhoor aan, nu verzoekster tijdens de administratieve procedure niet is gehoord.

____________