Language of document : ECLI:EU:T:2010:315





Beschikking van de president van het Gerecht van 22 juli 2010 – H/Raad e.a.

(Zaak T‑271/10 R)

„Kort geding – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Bij politiemissie van Europese Unie in Bosnië en Herzegovina gedetacheerd nationaal ambtenaar – Beslissing tot aanstelling in andere functie en terugzetting in rang – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Ontvankelijkheid – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 13‑15)

2.                     Procedure – Inleidend verzoekschrift – Kort geding – Aanduiding van verwerende partij – Beroep tegen Raad, Commissie en politiemissie van Europese Unie zonder rechtspersoonlijkheid – Mogelijkheid tot verduidelijking door kortgedingrechter (Art. 263, eerste en vierde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1; beschikking 2009/906 van de Raad) (cf. punten 18‑21)

3.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Nauwkeurige aanduiding van voorwerp van verzoek (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub d, en 104, lid 3) (cf. punt 22)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Morele schade die in kort geding niet beter kan worden hersteld dan in hoofdzaak – Geen (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 29‑37)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van de beschikking van 7 april 2010 van het hoofd van de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina die tot gevolg heeft dat verzoekster in een andere functie wordt aangesteld en wordt teruggezet in rang

Dictum

1)

De Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie gelden als enige verwerende partijen.

2)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.