Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 10 juli 2014 – H/Raad e.a.

(Zaak T-271/10)1

(„Beroep tot nietigverklaring – Beroep tot schadevergoeding – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Nationale deskundige gedetacheerd bij de EUPM in Bosnië en Herzegovina – Beslissing tot aanstelling in een andere functie – Onbevoegdheid van het Gerecht – Niet-ontvankelijkheid”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: H (Catania, Italië) (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Mereu en M. Velardo, vervolgens M. Velardo, advocaten)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Vitro, G. Marhic en M.-M. Joséphidès, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Erlbacher en B. Eggers, gemachtigden); en de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (Sarajevo, Bosnië en Herzegovina)

Voorwerp

Ten eerste, een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van 7 april 2010, ondertekend door het hoofd van de personeelsdienst van de EUPM, waarbij verzoekster werd aangesteld in een nieuwe functie, te weten die van „Criminal Justice Adviser – Prosecutor” bij het regionaal bureau van Banja Luka (Bosnië en Herzegovina) en, zo nodig, van het besluit van 30 april 2010, ondertekend door het in artikel 6 van besluit 2009/906/GBVB van de Raad van 8 december 2009 inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (BiH) (PB L 322, blz. 22) bedoelde hoofd van de missie, waarbij het besluit van 7 april 2010 wordt bevestigd, en, ten tweede, een verzoek tot schadevergoeding

Dictum

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

H zal haar eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie en die van de Europese Commissie.

____________

____________

1     PB C 221 van 14.8.2010.