Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 8 maart 2024 – Dr. Matthäus Metzler als insolventiefunctionaris / Auto1 European Cars B.V.

(Zaak C-186/24, Auto1 European Cars)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Dr. Matthäus Metzler, als insolventiefunctionaris

Verwerende partij: Auto1 European Cars B.V.

Prejudiciële vragen

1.    Moet artikel 31, lid 1, van verordening (EU) 2015/8481 aldus worden uitgelegd dat onder ten voordele van de schuldenaar uitgevoerde verbintenissen die hadden moeten worden uitgevoerd voor de insolventiefunctionaris van de insolventieprocedure, in de zin van die bepaling ook verbintenissen worden verstaan die voortvloeien uit een rechtshandeling die de schuldenaar pas na de opening van de insolventieprocedure en de overdracht van de bevoegdheden aan de insolventiefunctionaris heeft verricht?

Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord:

2.    Moet artikel 31, lid 1, van verordening (EU) 2015/848 aldus worden uitgelegd dat de plaats van uitvoering in de zin van die bepaling de plaats is waar de betaling door de derde wordt uitgevoerd door overschrijving van een rekening aldaar, ook indien de derde niet in die lidstaat, maar in een andere lidstaat is gevestigd en de rechtshandeling en de verbintenis door de schuldenaar wederom niet aldaar zijn uitgevoerd, maar via een bijkantoor van de derde in een andere lidstaat, te weten in de lidstaat waar de insolventieprocedure is geopend?

____________

1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (herschikking) (PB 2015, L 141, blz. 19).