Language of document :

Beroep ingesteld op 24 januari 2011 - Japan Airlines / Commissie

(Zaak T-36/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Japan Airlines International Co., Ltd. (vertegenwoordigers: J.-F. Bellis en K. Van Hove, advocaten, en R. Burton, Solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 9 november 2010;

subsidiair, in de uitoefening van de volledige rechtsmacht van het Gerecht, vermindering van de aan verzoekster, AL en Japan Airlines Corporation opgelegde geldboete; en

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Beroep tot nietigverklaring van beschikking nr. C(2010) 7694 def. van de Commissie van 9 november 2010 in zaak COMP/39258 - Luchtvracht. Deze beschikking stelt vast dat verzoekster, samen met Japan Airlines Corporation (JAC) (die inmiddels niet meer bestaat en door verzoekster is overgenomen), artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst heeft geschonden door haar prijsbeleid voor luchtvrachtdiensten met betrekking tot (i) brandstoftoeslagen, (ii) veiligheidstoeslagen en (iii) het niet-betalen van commissies op toeslagen, af te stemmen met andere transportondernemingen.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster acht middelen aan.

De beschikking schendt artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst, doordat zij de draagwijdte van de inbreuk waaraan verzoekster heeft deelgenomen, uitbreidt tot routes waarop verzoekster niet vloog en waarop zij juridisch gezien niet mocht vliegen.

De beschikking schendt artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst door zich bevoegd te verklaren voor inkomende luchtvrachtdiensten op routes tussen de EER en derde landen, voor zover dergelijke diensten worden verkocht aan klanten buiten de EER.

De beschikking schendt de beginselen van non-discriminatie en evenredigheid door niet dezelfde bewijscriteria op te leggen aan verschillende transportondernemingen.

De beschikking schendt de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten van 2006 en het evenredigheidsbeginsel door in de relevante waarde van de verkopen, die als basis is gebruikt voor de berekening van de geldboete, ook de inkomsten op te nemen uit elementen van de prijs voor luchtvrachtdiensten die geen verband houden met de inbreuk.

De beschikking schendt de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten van 2006 en het vertrouwensbeginsel door in de relevante waarde van de verkopen, die als basis is gebruikt voor de berekening van de geldboete, ook de inkomsten op te nemen uit luchtvrachtdiensten op inkomende routes tussen lidstaten van de EER en derde landen.

De beschikking schendt het evenredigheidsbeginsel door de aan verzoekster toegekende vermindering van de geldboete te beperken tot 15% wegens het regelgevend kader.

De beschikking schendt het beginsel van non-discriminatie door te weigeren aan verzoekster een vermindering van 10% van de geldboete toe te kennen wegens beperkte betrokkenheid bij de inbreuk, terwijl een dergelijke vermindering wel is toegekend aan andere adressaten van de beschikking, die zich in een situatie bevinden die objectief vergelijkbaar is met deze van verzoekster.

De beschikking schendt het evenredigheidsbeginsel door de specifieke omstandigheden van het geval niet in aanmerking te nemen.

____________