Language of document :

Beroep ingesteld op 15 september 2006 - Dittert / Commissie

(Zaak F-109/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Daniel Dittert (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordigers: B. Cortese en C. Cortese, avvocati)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren het besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) om aan verzoeker onvoldoende voorrangspunten toe te kennen om zijn bevordering tijdens de bevorderingsronde 2005 mogelijk te maken, en om hem in het kader van genoemde bevorderingsronde niet te bevorderen, zoals bevestigd bij het besluit van 6 juni 2006 waarbij klacht nr. R/73/06 van verzoeker is afgewezen

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn verzoek voert verzoeker één enkel middel aan: het bestreden besluit bevat verscheidene ernstige gebreken ten gevolge van een procedurefout alsmede schending van het beginsel van goed bestuur en van de zorgplicht.

Ten gevolge van een technisch probleem, dat nog steeds niet opgehelderd is, heeft het directoraat-generaal van verzoeker bij de toekenning van de voorrangspunten in het kader van de bevorderingsronde 2005 diens dossier niet behandeld. De niet-inaanmerkingneming van dit dossier vormt een procedurefout en schending van het beginsel van goed bestuur alsook van de zorgplicht.

Deze onregelmatigheden hebben - wat verzoeker betreft - de geldigheid van de bevorderingsprocedure 2005 aangetast en zijn belangen geschaad doordat hij van het TABG minder voorrangspunten heeft gekregen dan zijn eigen hiërarchische meerderen wenselijk achtten (in casu de directeur-generaal van het DG Concurrentie), eens het technische probleem was opgespoord. Het DG Concurrentie heeft volgens verzoeker immers bevestigd dat indien het technische probleem zich niet had voorgedaan, het hem voldoende punten had toegekend om zijn bevordering tot de rang AD 9 zeker te stellen, te weten 7 punten; ditzelfde DG heeft overigens het bevorderingscomité A* uitdrukkelijk verzocht om in de situatie van verzoeker te voorzien en hem dit puntenaantal toe te kennen. Het bevorderingscomité A* heeft desondanks voorgesteld om verzoeker slechts 4 "beroepspunten" tot te kennen en het TABG heeft dit voorstel gevolgd, zodat verzoeker onvoldoende punten heeft gekregen om tot de rang AD 9 te worden bevorderd in het kader van de bevorderingsronde 2005.

Verzoeker betoogt dat het optreden van het bevorderingscomité A* en van het TABG zelf aanleiding heeft gegeven tot procedurefouten in plaats van de situatie die door het technische probleem was veroorzaakt, op te lossen. Zo is het bevorderingscomité A* van zijn opdracht en zijn bevoegdheden afgeweken door, na de ontdekking van het technische probleem, voor te stellen om het aantal punten dat door de hiërarchische meerderen van verzoeker was voorgesteld, te verlagen. Bovendien heeft noch het bevorderingscomité A*, noch het TABG een echt vergelijkend onderzoek verricht naar de verdiensten van verzoeker.

____________