Language of document : ECLI:EU:T:2013:290





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 4 juni 2013 –
Nencini/Parlement

(Gevoegde zaken T‑431/10 en T‑560/10)

„Regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement – Reiskosten en kosten voor parlementaire bijstand – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Verjaring – Redelijke termijn – Rechten van verdediging – Beginsel van hoor en wederhoor – Evenredigheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Voorbereidende handelingen – Daarvan uitgesloten – Beroep tegen debetnota van directoraat-generaal Financiën van het Europees Parlement betreffende terugvordering van ten onrechte betaalde vergoeding voor reiskosten en kosten voor parlementaire bijstand – Nota die vroeger besluit alleen bevestigt – Niet-ontvankelijkheid van beroep (Art. 263 VWEU) (cf. punten 27‑32)

2.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Inachtneming van redelijke termijn – Administratieve procedure – Beoordelingscriteria – Schending – Gevolgen (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 1) (cf. punten 43, 44, 51‑53)

3.                     Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement – Secretariaatsvergoeding – Voorwaarden voor toekenning – Niet-naleving – Gevolgen (cf. punten 92‑94)

4.                     Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Onvoorwaardelijke verplichting (cf. punt 109)

Voorwerp

Primair, verzoeken tot nietigverklaring van de besluiten van de secretaris-generaal van het Parlement van 16 juli 2010 en van 7 oktober 2010 betreffende de terugvordering van bepaalde bedragen die verzoeker, voormalig lid van het Parlement, heeft ontvangen als vergoeding voor ten onrechte betaalde reiskosten en kosten voor parlementaire bijstand, van debetnota’s nr. 312331 van 4 augustus 2010 en nr. 315653 van 13 oktober 2010 van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Financiën van het Parlement, alsook van alle daarmee samenhangende en/of daaraan voorafgaande handelingen, en, subsidiair, verzoeken om de zaak terug te verwijzen naar de secretaris-generaal van het Parlement opdat deze op een billijke wijze het teruggevorderde bedrag opnieuw bepaalt

Dictum

1)

Het beroep in zaak T‑560/10 wordt verworpen.

2)

Riccardo Nencini wordt verwezen in de kosten in zaak T‑560/10, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.

3)

Zaak T‑431/10 wordt doorgehaald in het register.

4)

Elke partij zal haar eigen kosten dragen in zaak T‑431/10, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.