Beschikking van het Gerecht van 8 november 2011 - BASF Schweiz en BASF Lampertheim/Commissie
(Zaak T-25/10)
("Mededinging - Mededingingsregelingen - Markten voor tinstabilisatoren en thermische stabilisatoren ESBO/Esters - Beschikking tot vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst - Intrekking van besluit - Geding zonder voorwerp geraakt - Afdoening zonder beslissing")
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partijen: BASF Schweiz AG, voorheen BASF Specialty Chemicals Holding GmbH (Bazel, Zwitserland) en BASF Lampertheim GmbH (Lampertheim, Duitsland) (vertegenwoordigers: F. Montag en T. Wilson, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Ronkes Agerbeek en R. Sauer, gemachtigden, bijgestaan door W. Berg, advocaat)
Voorwerp
Verzoek tot nietigverklaring van de artikelen 1 en 2 van beschikking C(2009) 8682 def. van de Commissie van 11 november 2009 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/C.38.589 - Warmtestabilisatoren), voor zover deze bepalingen tot verzoeksters zijn gericht en, subsidiair, tot verlaging van de bij artikel 2 van deze beschikking aan verzoeksters opgelegde geldboeten
Dictum
Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist.
De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.
____________1 - PB C 100 van 17.4.2010.