Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale ordinario di Bologna (Italië) op 24 maart 2022 – OV / Ministero dell’Interno - Unità Dublino

(Zaak C-217/22)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale ordinario di Bologna

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: OV

Verwerende partij: Ministero dell’Interno - Unità Dublino

Prejudiciële vraag

Moeten de artikelen 4 en 5 van verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 20131 , mede in het licht van het in artikel 27 van die verordening vervatte recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel, aldus worden uitgelegd dat de verzoeker, die bij de rechterlijke instantie van de verzoekende lidstaat bezwaar heeft aangetekend tegen het overdrachtsbesluit dat de Dublineenheid van die lidstaat in het kader van een terugnameprocedure op grond van artikel 18, lid 1, onder b), van verordening (EU) nr. 604/2013 heeft uitgevaardigd, zich kan beroepen op niet-nakoming door de aangezochte lidstaat van zijn informatieplicht krachtens artikel 4 of van zijn verplichting om een persoonlijk onderhoud met de verzoeker te voeren krachtens artikel 5 van de verordening, en zo ja, welke betekenis moet aan een dergelijke niet-nakoming worden toegekend?

____________

1     Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB 2013, L 180, blz. 31).