Language of document :

Beroep ingesteld op 10 februari 2014 – British Aggregates / Commissie

(Zaak T-101/14)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: British Aggregates Association (Lanark, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: L. Van den Hende, advocaat, en L. Geary, Solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

besluit C(2013) 4901 def., van de Commissie van 31 juli 2013, bekend gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie van 28 november 2013, in zaak SA.34775 (ex N863/2001) – Heffing over aggregaten, nietig verklaren krachtens artikel 263 VWEU;

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

Eerste middel: de Commissie heeft blijk gegeven van een kennelijk onjuiste beoordeling door te beslissen dat drie vrijstellingen krachtens de Finance Act 2001 niet leiden tot selectiviteit en derhalve geen staatssteun vormen in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU.

Tweede middel: de Commissie heeft verzuimd het bestreden besluit te motiveren overeenkomstig artikel 296 VWEU, omdat zij niet heeft uiteengezet waarom de ongelijke behandeling van vergelijkbare situaties geen staatssteun vormt. Voorts is de redenering van de Commissie tegenstrijdig in het licht van het bestreden besluit.

Derde middel: de Commissie heeft haar plicht geschonden om de formele onderzoeksprocedure in te leiden overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU, aangezien dit geen zaak is waarin de Commissie tot de overtuiging kan komen dat een maatregel geen staatssteun vormt zonder dat een gedetailleerd van de kwestie hoeft te worden verricht.