Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 september 2013 – Europese Commissie/Portugese Republiek

(Zaak C-450/11)1

(Niet-nakoming – Belastingen – Btw – Richtlijn 2006/112/EG – Artikelen 306 tot en met 310 – Bijzondere regeling voor reisbureaus – Verschillen tussen taalversies – Nationale wettelijke regeling die voorziet in toepassing van bijzondere regeling op personen die geen reizigers zijn – Begrippen „reiziger” en „verkrijger”)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Afonso en L. Lozano Palacios, gemachtigden)

Verwerende partij: Portugese Republiek (vertegenwoordigers: L. Inez Fernandes en R. Laires, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van de verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, T. Müller en J. Očková, gemachtigden), Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: S. Centeno Huerta, gemachtigde), Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en J. S. Pilczer, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordigers: M. Szpunar en B. Majczyna, gemachtigden), Republiek Finland (vertegenwoordiger: J. Heliskoski, gemachtigde)VoorwerpNiet-nakoming – Schending van de artikelen 306 tot en met 310 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) – Nationale wettelijke regeling die voorziet in de toepassing van de bijzondere belastingregeling voor reisbureaus op de handelingen van reisbureaus ten behoeve van begunstigden die geen reizigers zijnDictumHet beroep wordt verworpen.De Europ

ese Commi

ssie wordt verwezen in de kosten van de Portugese Republiek.De Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Polen en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten.