Language of document : ECLI:EU:C:2013:611





Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 september 2013 – Commissie/Portugal

(Zaak C‑450/11)

„Niet-nakoming – Belastingen – Btw – Richtlijn 2006/112/EG – Artikelen 306 tot en met 310 – Bijzondere regeling voor reisbureaus – Verschillen tussen taalversies – Nationale wettelijke regeling die voorziet in toepassing van bijzondere regeling op personen die geen reizigers zijn – Begrippen ‚reiziger’ en ‚verkrijger’”

1.                     Recht van de Europese Unie – Uitlegging – Meertalige teksten – Divergentie tussen verschillende taalversies – Inaanmerkingneming van algemene opzet en doel van betrokken regeling (cf. punten 47, 48)

2.                     Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Bijzondere regeling voor reisbureaus – Doel – Benadering op basis van de klant – Geen niet-nakoming – Benadering op basis van de reiziger – Niet-conformiteit met de bijzondere regeling voor reisbureaus (Richtlijnen van de Raad 77/388, art. 26, leden 2‑4, en 2006/112, art. 306‑310) (cf. punten 50‑52, 60)

3.                     Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Bijzondere regeling voor reisbureaus – Nationale regeling die voorziet in toepassing van de bijzondere regeling op personen die geen reizigers zijn – Reisbureaus die deze regeling als makelaars toepassen (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 306, lid 1, tweede alinea) (cf. punt 59)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van de artikelen 306 tot en met 310 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) – Nationale wettelijke regeling die voorziet in de toepassing van de bijzondere belastingregeling voor reisbureaus op de handelingen van reisbureaus ten behoeve van begunstigden die geen reizigers zijn

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten van de Portugese Republiek.

3)

De Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Polen en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten.