Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Derde kamer) van 8 mei 2014 – A / Commissie
(Zaak F-50/13)1
(Openbare dienst – Sociale zekerheid – Ongeval of beroepsziekte – Artikel 73 van het Statuut – Blijvende gedeeltelijke invaliditeit – Verzoek om schadevergoeding – Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: A (vertegenwoordigers: B. Cambier en A. Paternostre, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Joris, gemachtigde, bijgestaan door C. Mélotte, advocaat)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van het besluit van de Commissie waarbij zij zich heeft uitgesproken over het verzoek om een aanvullende vergoeding dat verzoeker heeft ingediend op basis van artikel 90, lid 1, van het Statuut, met het oog op de verkrijging van volledige vergoeding van de materiële en immateriële schade die hij zou hebben geleden als gevolg van zijn beroepsziekte en de vele onregelmatigheden bij het onderzoek van zijn op artikel 73 van het Statuut gebaseerd verzoek
Dictum
Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Elke partij zal haar eigen kosten dragen.
________________________1 PB C 207 van 20.7.2013, blz. 63.