Language of document : ECLI:EU:C:2009:648

Gevoegde zaken C‑261/08 en C‑348/08

María Julia Zurita García

en

Aurelio Choque Cabrera

tegen

Delegado del Gobierno en la Región de Murcia

(verzoek van het Tribunal Superior de Justicia de Murcia om een prejudiciële beslissing)

„Visa, asiel en immigratie – Maatregelen inzake overschrijden van buitengrenzen – Artikel 62, punten 1 en 2, sub a, EG – Overeenkomst ter uitvoering van Schengenakkoord – Artikelen 6 ter en 23 – Verordening (EG) nr. 562/2006 – Artikelen 5, 11 en 13 – Vermoeden inzake verblijfsduur – Staatsburgers van derde landen die zich illegaal op grondgebied van lidstaat ophouden – Nationale regeling op basis waarvan naargelang van omstandigheden geldboete kan worden opgelegd of verwijdering kan worden gelast”

Samenvatting van het arrest

Visa, asiel en immigratie – Overschrijding van buitengrenzen van lidstaten – Gemeenschappelijke regels inzake normen en procedures voor controle – Overeenkomst ter uitvoering van Schengenakkoord – Communautaire code betreffende overschrijding van grenzen – Persoon die illegaal op grondgebied van lidstaat verblijft – Verplichting voor deze lidstaat om verwijdering te gelasten – Geen

(Overeenkomst ter uitvoering van Schengenakkoord, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2133/2004, art. 6 ter en 23; verordening nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 11)

De artikelen 6 ter en 23 van de overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2133/2004 waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de bepalingen van de overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd, en artikel 11 van verordening nr. 562/2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), moeten aldus worden uitgelegd dat wanneer een staatsburger van een derde land zich illegaal op het grondgebied van een lidstaat ophoudt doordat hij niet of niet langer voldoet aan de in deze staat geldende voorwaarden inzake verblijfsduur, deze lidstaat niet gehouden is om zijn verwijdering te gelasten.

(cf. punt 66 en dictum)