Language of document : ECLI:EU:T:2012:652

ARREST VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

6 december 2012

Zaak T‑390/10 P

Paulette Füller‑Tomlinson

tegen

Europees Parlement

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Tijdelijk functionarissen – Sociale zekerheid – Beroepsziekte – Vaststelling van door beroep veroorzaakt percentage van invaliditeit – Toepassing van Europese schaal voor medische beoordeling van aantastingen van fysieke en psychische integriteit – Onjuiste opvatting van feiten – Redelijke termijn”

Betreft:      Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Derde kamer) van 1 juli 2010, Füller‑Tomlinson/Parlement (F‑97/08), en strekkende tot vernietiging van dat arrest.

Beslissing:      De hogere voorziening wordt afgewezen. Füller-Tomlinson zal haar eigen kosten dragen alsmede de kosten die het Europees Parlement in het kader van deze procedure heeft gemaakt.

Samenvatting

1.      Hogere voorziening – Middelen – Middel gericht tegen overweging ten overvloede – Falend middel – Afwijzing

2.      Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Gerecht van beoordeling van feiten en bewijsstukken – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting

(Art. 257 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 11, lid 1)

3.      Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Impliciete motivering door het Gerecht voor ambtenarenzaken – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

(Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en bijlage I, art. 7, lid 1)

4.      Hogere voorziening – Middelen – Noodzaak van precieze kritiek op onderdeel van redenering van het Gerecht voor ambtenarenzaken

(Art. 257 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 11; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 138, lid 1, eerste alinea, sub c)

5.      Ambtenaren – Sociale zekerheid – Verzekering tegen ongevallen en beroepsziekten – Invaliditeit – Vaststelling bij schaal van percentage of marge van invaliditeit – Beoordelingsbevoegdheid van medische commissie – Grenzen – Bindend karakter van schaal

(Ambtenarenstatuut, art. 73, leden 1 en 2, sub c; regeling voor de verzekering tegen ongevallen en beroepsziekten, art. 11)

6.      Hogere voorziening – Middelen – Middel voor het eerst aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2, 139, lid 2, en 144)

7.      Ambtenaren – Sociale zekerheid – Verzekering tegen ongevallen en beroepsziekten – Erkenning van beroepsziekte en vaststelling van mate van blijvende invaliditeit – Procedure – Terbeschikkingstelling aan een of meer aangewezen artsen van alle nuttige documenten – Geen volledig onderzoek – Onregelmatigheid

(Ambtenarenstatuut, art. 73; regeling voor de verzekering tegen ongevallen en beroepsziekten, art. 18)

8.      Recht van de Unie – Beginselen – Inachtneming van redelijke termijn – Schending in administratieve procedure – Gevolgen

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 1)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 27 en 71)

Referentie:

Hof 12 november 1996, Ojha/Commissie, C‑294/95 P, Jurispr. blz. I‑5863, punt 52; Hof 7 april 2011, Griekenland/Commissie, C‑321/09 P, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 61

Gerecht 6 maart 2012, Commissie/Liotti, T‑167/09 P, punt 21 en aldaar aangehaalde rechtspraak

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 41, 96 en 110)

Referentie:

Gerecht 15 mei 2012, Nijs/Commissie, T‑184/11 P, punt 29 en aldaar aangehaalde rechtspraak

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 44)

Referentie:

Gerecht 2 juli 2010, Kerstens/Commissie, T‑266/08 P, en aldaar aangehaalde rechtspraak

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 48, 49, 77 en 78)

Referentie:

Hof 4 juli 2000, Bergaderm en Goupil/Commissie, C‑352/98 P, Jurispr. blz. I‑5291, punt 34; Hof 8 januari 2002, Frankrijk/Monsanto en Commissie, C‑248/99 P, Jurispr. blz. I‑1, punt 68; Hof 28 juni 2005, Dansk Rørindustri e.a./Commissie, C‑189/02 P, C‑202/02 P, C‑205/02 P–C‑208/02 P en C‑213/02 P, Jurispr. blz. I‑5425, punt 426

Gerecht 19 maart 2010, Bianchi/ETF, T‑338/07 P, punt 59; Gerecht 10 februari 2012, AG/Parlement, T‑98/11 P, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak

5.      Artikel 73, lid 2, sub c, van het Statuut – dat preciseert dat bij blijvende gedeeltelijke invaliditeit de uitkering aan de betrokkene van een deel van het sub b bepaalde bedrag wordt „berekend op de grondslag van de schaal, vastgesteld bij de [gemeenschappelijke] regeling” voor de verzekering van ambtenaren tegen ongevallen en beroepsziekten – verleent de schaal geen bindend karakter. Deze formulering, die enkel impliceert dat de betrokken uitkering wordt vastgesteld aan de hand van de in de schaal opgesomde soorten aantastingen van de fysieke en psychische integriteit en de daaraan verbonden invaliditeitspercentages of ‑marges, kan niet worden aangemerkt als een aanwijzing voor het bindende of facultatieve karakter van de tabel.

Daarentegen moet artikel 11, lid 1, van de verzekeringsregeling – dat preciseert dat de algehele of gedeeltelijke blijvende invaliditeit wordt bepaald „aan de hand van de Europese schaal” – op grond van de gebruikte formulering in die zin worden uitgelegd dat het vereist dat de aantastingen van de fysieke en psychische integriteit worden vastgesteld conform de schaal, zodat dit artikel deze schaal een bindend karakter verleent.

Het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft derhalve geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot het bepaalde in artikel 73, lid 2, sub c, van het Statuut en artikel 11, lid 1, van de verzekeringsregeling, door te oordelen dat de beoordelingsvrijheid van de medische commissie slechts de vaststelling van de ziekte waaraan de verzekerde lijdt, betrof, en dat deze beoordelingsvrijheid, wanneer deze ziekte eenmaal is vastgesteld en het erop aankomt de aantasting van de fysieke en psychische integriteit van de verzekerde te bepalen, wordt ingeperkt door de schaal.

(cf. punten 60‑62)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 94)

Referentie:

Nijs/Commissie, reeds aangehaald, punten 29 en 66 en aldaar aangehaalde rechtspraak

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 105)

Referentie:

Gerecht 3 maart 2004, Vainker/Parlement, T‑48/01, JurAmbt. blz. I‑A‑51 en II‑197, punt 133

8.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 115 en 116)

Referentie:

Hof 13 december 2000, SGA/Commissie, C‑39/00 P, Jurispr. blz. I‑11201, punt 44; Griekenland/Commissie, reeds aangehaald, punt 32 en aldaar aangehaalde rechtspraak

Gerecht 13 januari 2004, JCB Service/Commissie, T‑67/01, Jurispr. blz. II‑49, punten 36 en 40 en aldaar aangehaalde rechtspraak; Gerecht 11 april 2006, Angeletti/Commissie, T‑394/03, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑95 en II‑A‑2‑441, punt 162