Language of document :

Arrest van het Gerecht van 13 september 2013 – Huvis / Raad

(Zaak T-536/08)1

[„Dumping – Invoer van stapelvezels van polyester van oorsprong uit Zuid-Korea – Handhaving van antidumpingrechten na gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek – Beroep tot nietigverklaring – Rechtstreekse en individuele geraaktheid – Ontvankelijkheid – Gelijke behandeling en non-discriminatie – Artikelen 9, lid 5, en 21, lid 1, van verordening (EG) nr. 384/96 [thans artikelen 9, lid 5, en 21, lid 1, van verordening (EG) nr. 1225/2009]”]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Huvis Corp. (Seoul, Zuid-Korea) (vertegenwoordigers: aanvankelijk J.-F. Bellis, F. Di Gianni en R. Antonini, vervolgens J.-F. Bellis, F. Di Gianni en A. Scalini, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J.-P. Hix en B. Driessen, gemachtigden, aanvankelijk bijgestaan door G. Berrisch en G. Wolf, vervolgens door G. Berrisch, advocaten)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. França en H. van Vliet, vervolgens M. França en J.-F. Brakeland, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek om nietigverklaring van verordening (EG) nr. 893/2008 van de Raad van 10 september 2008 tot handhaving van de antidumpingrechten op stapelvezels van polyester van oorsprong uit Belarus, de Volksrepubliek China, Saoedi-Arabië en Korea na een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 384/96 (PB L 247, blz. 1), voor zover zij verzoekster betreft

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Huvis Corp. draagt haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 55 van 7.3.2009.