Language of document : ECLI:EU:T:2013:432





Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 september 2013 – Huvis/Raad

(Zaak T‑536/08)

„Dumping – Invoer van stapelvezels van polyester van oorsprong uit Zuid-Korea – Handhaving van antidumpingrechten na gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek – Beroep tot nietigverklaring – Rechtstreekse en individuele geraaktheid – Ontvankelijkheid – Gelijke behandeling en non-discriminatie – Artikelen 9, lid 5, en 21, lid 1, van verordening (EG) nr. 384/96 [thans artikelen 9, lid 5, en 21, lid 1, van verordening (EG) nr. 1225/2009]”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Verordeningen tot instelling van antidumpingrechten – Productie- en exportondernemingen wier identiteit uit verordening blijkt of die vooronderzoeken betroffen – Ontvankelijkheid (Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 893/2008 van de Raad) (cf. punten 25‑28)

2.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Beginsel van gelijke behandeling van invoer uit verschillende landen – Draagwijdte met betrekking tot uit verschillende landen met dumping ingevoerde producten waarvan deel aan procedure van nieuw onderzoek is onderworpen en resterende deel aan oorspronkelijk onderzoek (Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, „antidumpingovereenkomst van 1994”, art. 9.2; verordeningen van de Raad nr. 384/96, art. 5, 9, lid 2 en 5, 11, lid 3, en 21, nr. 428/2005, nr. 893/2008 en nr. 1225/2009, art. 5, 9, lid 2 en 5, 11, lid 3, en 21; besluit 2007/430 van de Commissie) (cf. punten 37‑41, 43‑48, 65)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 893/2008 van de Raad van 10 september 2008 tot handhaving van de antidumpingrechten op stapelvezels van polyester van oorsprong uit Belarus, de Volksrepubliek China, Saoedi-Arabië en Korea na een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 384/96 (PB L 247, blz. 1), voor zover zij verzoekster betreft

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Huvis Corp. draagt haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie.

3)

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.