Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 15 november 2023 door Mikail Safarbekovich Gutseriev tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 6 september 2023 in zaak T-526/21, Gutseriev / Raad

(Zaak C-681/23 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Mikail Safarbekovich Gutseriev (vertegenwoordigers: B. Kennelly, Senior Counsel, J. Pobjoy, Barrister-at-Law, en D. Anderson, avocat)

Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Rekwirant verzoekt het Hof:

het bestreden arrest te vernietigen;

zelf de zaak af te doen door (i) de litigieuze handelingen1 nietig te verklaren voor zover zij rekwirant betreffen; en/of (ii) te verklaren dat artikel 4, lid 1, van besluit 2012/642/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus2 (zoals gewijzigd), en artikel 2, lid 5, van verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus3 (zoals gewijzigd) niet van toepassing zijn voor zover zij rekwirant betreffen;

subsidiair, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor een uitspraak in overeenstemming met de juridische beoordeling van het Hof, en

de Raad te verwijzen in de kosten van de procedure bij het Hof en bij het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn hogere voorziening voert rekwirant drie middelen aan.

Eerste middel: het Gerecht heeft blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Raad niet hoefde na te gaan of rekwirant op financiële of materiële wijze profijt trok van of steun verleende aan het regime van president Loekasjenko.

Tweede middel: het Gerecht heeft blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Raad niet hoefde na te gaan of rekwirant op het tijdstip waarop hij op de lijst werd geplaatst nog steeds profijt trok van of steun verleende aan het regime van president Loekasjenko.

Derde middel: het Gerecht heeft blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Raad geen kennelijke beoordelingsfout had gemaakt door vast te stellen dat rekwirant profijt trok van of steun verleende aan het regime van president Loekasjenko.

____________

1 Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2021/1002 van de Raad van 21 juni 2021 tot uitvoering van besluit 2012/642/GBVB betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (PB 2021, L 219 I, blz. 70), en uitvoeringsverordening (EU) 2021/997 van de Raad van 21 juni 2021 tot uitvoering van artikel 8 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (PB 2021, L 219 I, blz. 3).

Besluit (GBVB) 2022/307 van de Raad van 24 februari 2022 tot wijziging van besluit 2012/642/GBVB betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (PB 2022, L 46, blz. 97), en uitvoeringsverordening (EU) 2022/300 van de Raad van 24 februari 2022 tot uitvoering van artikel 8 bis van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Belarus (PB 2022 L 46, blz. 3).

1 PB 2012, L 285, blz. 1.

1 PB 2006, L 134, blz. 1.