Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rayonen sad Tutrakan (Bulgarije) op 15 april 2024 – Strafzaak tegen YE

(Zaak C-263/24, Smiliev 1 )

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Rayonen sad Tutrakan

Verdachte in de strafzaak

YE

Prejudiciële vragen

1)    Moet artikel 3, lid 1, van kaderbesluit 2008/675/JBZ van de Raad van 24 juli 2008 betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie1 , juncto artikel 2, onder a), van kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten, aldus worden uitgelegd dat het in aanmerking nemen van in andere lidstaten tegen dezelfde persoon uitgesproken eerdere veroordelingen impliceert dat de rechter bij wie een nieuwe strafrechtelijke procedure tegen die persoon aanhangig is gemaakt (tenuitvoerleggingsrechter) ervan moet uitgaan dat de in andere lidstaten uitgesproken eerdere veroordelingen die in het Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) zijn opgenomen, betrekking hebben op dezelfde, naar nationaal recht volgens het daarvan uitgaande gevaar voor de samenleving ingedeelde categorieën van strafbare feiten als die welke in de staat van de tenuitvoerleggingsrechter in het strafregister worden opgenomen? Wanneer er verschillende categorieën bestaan van naar het nationale recht van de tenuitvoerleggingsrechter in het strafregister op te nemen strafbare feiten en de rechtsgevolgen van een veroordeling per categorie verschillen, staat het dan aan de nationale rechter bij wie een strafzaak tegen een bepaalde persoon aanhangig is, om in elk afzonderlijk geval te beoordelen onder welke categorie de feiten die hebben geleid tot de eerdere veroordelingen in andere lidstaten, vallen volgens de nationale indeling? In welke gevallen moet een dergelijke beoordeling worden gemaakt?

2)    Moet artikel 3, lid 1, van kaderbesluit 2008/675/JBZ van de Raad aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale regeling op grond waarvan de rechter geen rekening mag houden met eerdere veroordelingen die in een andere lidstaat van de Europese Unie zijn uitgesproken voor feiten die naar het nationale recht van de tenuitvoerleggingsrechter geen strafbare feiten vormen?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 PB 2008, L 220, blz. 32.