Beschikking van de president van het Gerecht van 9 juni 2011 – GRP Security/Rekenkamer

(Zaak T‑87/11 R)

„Kort geding – Overheidsopdracht voor dienstverlening – Vaststelling van onregelmatigheden in bepaalde documenten die zijn verstrekt door begunstigde van opdracht – Besluiten tot vaststelling van administratieve sanctie jegens begunstigde en tot eenzijdige opzegging van overeenkomst – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 15‑17)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Beoordeling met inaanmerkingneming van omvang van onderneming en situatie van groep waartoe deze onderneming behoort (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 23‑24, 30‑31)

3.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Uiteenzetting van middelen op grond waarvan toekenning van gevorderde maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomt – Indiening van aanvullende memorie om gebreken te verhelpen – Onverenigbaarheid met kortgedingprocedure (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2, en 109) (cf. punten 26, 28)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Schade die achteraf kan worden vergoed of waarvoor beroep tot schadevergoeding kan worden ingesteld – Schade die niet als onherstelbaar kan worden aangemerkt (Art. 268 VWEU, 278 VWEU, 279 VWEU en 340 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 35)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Reeds ontstane schade – Zuiver hypothetische schade – Daarvan uitgesloten (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 37‑38, 40)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van het besluit van de Rekenkamer van 14 januari 2011, waarbij deze van verzoekster schadevergoeding heeft gevorderd ten bedrage van 16 000 EUR en zich het recht heeft voorbehouden om nadien schadevergoeding te vorderen, en voorts van het besluit van de Rekenkamer van dezelfde dag tot vaststelling van de administratieve sanctie om verzoekster voorlopig voor de duur van drie maanden uit te sluiten van de uit de begroting van de Europese Unie gefinancierde opdrachten en subsidies

Dictum

1) Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2) De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.