Language of document :

Beroep ingesteld op 11 april 2014 – EGBA en RGA / Commissie

(Zaak T-238/14)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: European Gaming and Betting Association (EGBA) (Brussel, België) en The Remote Gambling Association (RGA) (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Brankin, solicitor, T. De Meese, E. Wijckmans en M. Mudrony, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoeksters verzoeken het Gerecht:

het besluit van de Commissie van 19 juni 2013 betreffende steunmaatregel nr. SA.30753 (C 34/10) (ex N 140/10) die Frankrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van de sociétés de courses (PB 2014, L 14, blz. 17) nietig te verklaren en

de Commissie te verwijzen in verzoeksters’ kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.

Eerste middel: het bestreden besluit schendt essentiële procedurele vereisten die zijn neergelegd in of voortvloeien uit artikel 108, lid 2, VWEU, het beginsel van behoorlijk bestuur en de artikelen 41 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Tweede middel: het bestreden besluit schendt artikel 107, lid 3, sub c, VWEU en het beginsel van behoorlijk bestuur, aangezien:

de maatregel niet noodzakelijk is en dus geen doelstelling van gemeenschappelijk belang nastreeft;

de maatregel kosten veroorzaakt die geen rechtvaardiging vinden in het gemeenschappelijk belang;

de maatregel niet geschikt is om de doelstelling van gemeenschappelijk belang te verwezenlijken;

de maatregel de concurrentie verstoort en de handel ongunstig beïnvloedt, en

de Commissie bij het onderzoek van de maatregel geen rekening heeft gehouden met de algemene context.

Derde middel: de Commissie heeft het bestreden besluit op verschillende punten onvoldoende gemotiveerd.