Language of document :

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 14 oktober 2009 - Bank Melli Iran/Raad

(Zaak T-390/08)1

("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Islamitische Republiek Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Beroep tot nietigverklaring - Rechterlijke toetsing - Misbruik van bevoegdheid - Gelijke behandeling - Evenredigheid - Eigendomsrecht - Rechten van verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Motiveringsplicht - Bevoegdheid van Gemeenschap")

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Bank Melli Iran (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: L. Defalque, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop, E. Finnegan en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: V. Jackson, gemachtigde, bijgestaan door S. Lee, barrister); Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues, L. Butel en E. Belliard, gemachtigden); en Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: P. Aalto en E. Cujo, gemachtigden)

Voorwerp

Nietigverklaring van punt 4 van tabel B in de bijlage bij besluit 2008/475/EG van de Raad van 23 juni 2008 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 163, blz. 29), voor zover dit Bank Melli Iran en haar dochterondernemingen betreft

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Bank Melli Iran draagt naast haar eigen kosten de door de Raad van de Europese Unie gemaakte kosten, de kosten van de kortgedingprocedure daaronder begrepen.

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Franse Republiek en de Commissie van de Europese Gemeenschappen dragen hun eigen kosten, die van de kortgedingprocedure daaronder begrepen.

____________

1 - PB C 272 van 25.10.2008.