Language of document :

Beroep ingesteld op 6 september 2021 – Zaytsev/Raad

(Zaak T-563/21)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Alexander Zaytsev (Minsk, Belarus) (vertegenwoordiger: A. Shmagin, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

uitvoeringsbesluit (GBVB) 2021/1002 van de Raad van 21 juni 2021 tot uitvoering van besluit 2012/642/GBVB betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (PB 2021, L 219 I, blz. 70) en uitvoeringsverordening (EU) 2021/997 van de Raad van 21 juni 2021 tot uitvoering van artikel 8 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (PB 2021, L 219 I, blz. 3) nietig verklaren voor zover deze handelingen betrekking hebben op verzoeker;

verweerder verwijzen in de door verzoeker gemaakte kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker de volgende middelen aan.

Eerste middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht

De uiteenzetting van de redenen waarom verzoeker is geplaatst op de lijsten in de bijlage bij de bestreden handelingen, voldoet niet aan de vereisten van artikel 296, tweede alinea, VWEU. Die uiteenzetting is vaag en niet gedetailleerd. De verwijzing naar redenen als „toegang tot de familie Lukashenka” en „[het verkrijgen van] lucratieve contracten voor zijn ondernemingen” alsook de motivering dat verzoeker ondersteund werd door Viktar Lukashenka, zijn te algemeen en te abstract. De bewering dat de Bremino-Grupp OOO, waarin verzoeker daadwerkelijk een deelneming heeft, op onrechtmatige wijze staatssteun voor de ontwikkeling van de speciale economische zone „Bremino-Orsha” of „verschillende financiële [en belastingvoordelen] heeft ontvangen, is onvoldoende precies om te begrijpen in welk opzicht de behandeling van die economische zone verschilt van die van de andere vrije economische zones in Belarus.

Tweede middel: kennelijke onjuistheden wat de opvatting van de feiten en de beoordeling betreft

Verweerder heeft zich kennelijk gebaseerd op onjuiste feiten. Verzoeker is nooit assistent van Lukashenka geweest. Verzoeker en de ondernemingen waarover hij zeggenschap heeft, hebben geen steun van Lukashenka ontvangen. De Bremino-Grupp OOO heeft nooit enig specifiek voordeel ontvangen wegens de vermeende banden van haar vennoten met de familie van de Belarussische president. Verzoeker is ook geen eigenaar van de Sohra-Grupp OOO, doch slechts een minderheidsaandeelhouder. Bovendien zijn er geen specifieke distributierechten voor Golfstaten en Afrikaanse staten verleend aan de Sohra-Grupp OOO.

Derde middel: schending van verzoekers rechten van verdediging en zijn recht op effectieve rechterlijke bescherming

Verweerder heeft verzoeker niet in kennis gesteld van zijn voornemen om verzoeker op de betreffende lijsten te plaatsen en hem niet de mogelijkheid geboden om vóór de bekendmaking van het besluit waarbij ten aanzien van hem beperkende maatregelen zijn vastgesteld, bewijs te leveren teneinde de verwijten in kwestie te weerleggen.

Vierde middel: onevenredigheid van de beperkende maatregelen

De bestreden handelingen maken op ongerechtvaardigde en onevenredige wijze inbreuk op verzoekers grondrechten, met name op zijn recht op eigendom, zijn recht om een economische activiteit uit te oefenen en zijn recht op eerbiediging van zijn reputatie in de zin van de artikelen 16 en 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

____________