Language of document :

Beschikking van de president van het Gerecht van 29 augustus 2013 – Iran Liquefied Natural Gas / Raad

(Zaak T-5/13 R)

(„Kort geding – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Iran – Bevriezing van tegoeden en economische middelen – Verbod om lopende commerciële contracten uit te voeren – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Kennelijke niet-ontvankelijkheid van exceptie van illegaliteit waarmee verzoek samenhangt – Niet-ontvankelijkheid van verzoek”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Iran Liquefied Natural Gas Co. (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: J. Grayston, solicitor, G. Pandey, P. Gjørtler en D. Rovetta, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en A. De Elera, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging van besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58), en uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 282, blz. 16), voor zover verzoeksters naam bij die handelingen is geplaatst op de lijst van personen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen gelden, en voorts van artikel 1, punt 5, van verordening (EU) nr. 1263/2012 van de Raad van 21 december 2012 tot wijziging van verordening (EU) nr. 267/2012 (PB L 356, blz. 34), voor zover die handeling de uitvoering onmogelijk maakt van de overeenkomsten die verzoekster met in de Europese Unie gevestigde partners heeft gesloten

Dictum

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.