Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 24 februari 2014 door de Raad van de Europese Unie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 december 2013 in zaak F-142/11, Simpson / Raad

(Zaak T-130/14 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bauer en A. Bisch, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Erik Simpson (Brussel, België)

Conclusies

De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 12 december 2013 in zaak F-142/11, Erik Simpson / Raad, te vernietigen, voor zover daarbij nietig wordt verklaard het besluit van de Raad van de Europese Unie van 9 december 2010 en wordt geoordeeld dat de Raad van de Europese Unie zijn eigen kosten en de kosten van Simpson dient te dragen;

de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken;

verzoeker in eerste aanleg te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij één middel aan, ontleend aan het feit dat het oordeel van het Gerecht voor ambtenarenzaken dat het bestreden besluit onwettig is op grond van een niet-nakoming van de motiveringsplicht, op een verkeerde opvatting van het bewijsmateriaal berust, zodat dit oordeel niet in stand kan blijven.