Language of document :

Beroep ingesteld op 10 oktober 2014 – IPSO / ECB

(Zaak T-713/14)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: International and European Public Services Organisation (IPSO) (Frankfurt am Main, Duitsland) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank (ECB)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van de directie van de ECB van 30 mei 2014, dat is bekendgemaakt op 16 juli 2014, om de maximale duur van bepaalde contracten van tijdelijke ambtenaren die met secretariaatswerk en administratieve taken zijn belast, vast te stellen op twee jaar, nietig te verklaren;

verweerster te veroordelen tot vergoeding van de immateriële schade die ex aequo et bono wordt begroot op 15 000 EUR;

verweerster te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan, ten eerste, schending van verzoeksters recht op informatie en raadpleging dat is vastgelegd in artikel 27 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in richtlijn 2002/141 en dat is gepreciseerd en uitgevoerd bij de tussen de ECB en de IPSO gesloten kaderovereenkomst betreffende de erkenning, de uitwisseling van informatie en de raadpleging en de ad hoc overeenkomst van januari 2014 tot oprichting van de werkgroep betreffende de tijdelijke werknemers en, ten tweede, schending van deze overeenkomsten.

Tweede middel, ontleend aan schending van het recht op behoorlijk bestuur en inzonderheid van het recht om te worden gehoord en het recht om inzage te krijgen in de stukken, welke procedurele rechten zijn vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

____________

____________

1 Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap – Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de vertegenwoordiging van de werknemers (PB L 80, blz. 29).