Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 9 februari 2018 – Arcofin e.a. / Commissie

(Zaak T-711/14)1

(„Beroep tot nietigverklaring – Staatssteun – Door België ten gunste van de financiële coöperatieve vennootschappen van de Groep-ARCO ten uitvoer gelegde steunmaatregel – Garantieregeling ter bescherming van de aandelen van de natuurlijke personen die vennoten zijn van die vennootschappen – Besluit waarbij de steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Selectief voordeel – Maatregel die de mededinging kan vervalsen of dreigen te vervalen en die het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden – Maatregel om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen – Gewettigd vertrouwen – Beroep dat deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond is”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Arcofin CVBA (Brussel, België), Arcopar CVBA (Brussel), Arcoplus (Brussel) (vertegenwoordigers: R. Martens, A. Verlinden en C. Maczkovics, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Flynn en B. Stromsky, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit 2014/686/EU van de Commissie van 3 juli 2014 betreffende steunmaatregel SA.33927 (13/C) (ex 11/NN) door België ten uitvoer gelegd – Garantieregeling ter bescherming van de aandelen van individuele leden van financiële coöperaties (PB 2014, L 284, blz. 53).

Dictum

Het beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond verklaard.

Arcofin CVBA, Arcopar CVBA en Arcoplus worden verwezen in de kosten.

____________

1     PB C 409 van 17.11.2014.