Beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 9 februari 2018 –
Arcofin e.a./Commissie

(Zaak T‑711/14)

„Beroep tot nietigverklaring – Staatssteun – Door België ten gunste van de financiële coöperatieve vennootschappen van de Groep-ARCO ten uitvoer gelegde steunmaatregel – Garantieregeling ter bescherming van de aandelen van de natuurlijke personen die vennoten zijn van die vennootschappen – Besluit waarbij steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Selectief voordeel – Maatregel die de mededinging kan vervalsen of kan dreigen te vervalen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden – Maatregel om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen – Gewettigd vertrouwen – Beroep dat deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond is”

1.      Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Verlening van een voordeel aan de begunstigden – Garantieregeling voor aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector – Daaronder begrepen

(Art. 107 VWEU)

(zie punten 56, 57, 59, 62, 63)

2.      Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Interventie waardoor de lasten van een onderneming worden verlicht – Garantieregeling ter bescherming van de aandelen van individuele leden van financiële coöperaties – Daaronder begrepen

(Art. 107 VWEU)

(zie punten 76, 77, 84)

3.      Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Selectiviteit van de maatregel – Garantieregeling voor aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector – Daaronder begrepen

(Art. 107 VWEU)

(zie punten 102‑105)

4.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beoordeling van de motiveringsplicht aan de hand van de omstandigheden van het geval

(Art. 296 VWEU)

(zie punt 113)

5.      Steunmaatregelen van de staten – Ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten – Aantasting van de mededinging – Garantieregeling voor aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector – Beoordelingscriteria

(Art. 107, lid 1, VWEU)

(zie punten 124, 125)

6.      Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steun die als verenigbaar met de interne markt kan worden aangemerkt – Steun om een ernstige verstoring van de economie van een lidstaat op te heffen – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Grenzen

[Art. 107, lid 3, b), VWEU]

(zie punt 139)

7.      Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Kredietinstellingen – Depositogarantiestelsels – Richtlijn 94/19 – Werkingssfeer – Deposito – Begrip – Aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector – Daarvan uitgesloten

(Richtlijn 94/19 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2005/1, art. 1, punt 1, eerste alinea)

(zie punt 145)

8.      Steunmaatregelen van de staten – Terugvordering van onrechtmatige steun – Steun die met schending van de procedureregels van artikel 108 VWEU is verleend – Eventueel gewettigd vertrouwen van de steunontvangers – Bescherming – Voorwaarden en grenzen

(Art. 108, lid 3, VWEU)

(zie punten 165, 166)

9.      Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Besluit van de Commissie houdende vaststelling dat een steunmaatregel onverenigbaar is met de interne markt – Besluit dat belet dat de leden van de coöperatie de bedragen worden uitgekeerd die zijn gewaarborgd door een regeling ter bescherming van de financiële coöperatieve vennootschappen – Beroep door een financiële coöperatieve vennootschap – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 263, vierde alinea, VWEU)

(zie punten 172‑174)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit 2014/686/EU van de Commissie van 3 juli 2014 betreffende steunmaatregel SA.33927 (13/C) (ex 11/NN) door België ten uitvoer gelegd – Garantieregeling ter bescherming van de aandelen van individuele leden van financiële coöperaties (PB 2014, L 284, blz. 53)

Dictum

1) Het beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond verklaard.

2) Arcofin CVBA, Arcopar CVBA en Arcoplus worden verwezen in de kosten.

2) Arcofin CVBA, Arcopar CVBA en Arcoplus worden verwezen in de kosten.