Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice, Queen’s Bench Division (Administrative Court) (England and Wales) (Verenigd Koninkrijk) op 1 december 2014 – Philip Morris Brands SARL, Philip Morris Limited, British American Tobacco UK Limited / Secretary of State for Health

(Zaak C-547/14)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice, Queen’s Bench Division (Administrative Court) (England and Wales)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Philip Morris Brands SARL, Philip Morris Limited, British American Tobacco UK Limited

Verwerende partij: Secretary of State for Health

Andere partijen: Imperial Tobacco Limited, British American Tobacco UK Limited, JT International SA, Gallaher Limited, Tann UK Limited and Tannpapier GmbH, V. Mane Fils, Deutsche Benkert GmbH & Co. KG and Benkert UK Limited, Joh. Wilh. Von Eicken GmbH

Prejudiciële vragen

De volgende vragen hebben betrekking op richtlijn 2014/40/EU1 (de „richtlijn” of „TPD2”) en worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU of het Hof) voor een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU:

Rechtsgrondslag

Is de richtlijn geheel of gedeeltelijk ongeldig, omdat artikel 114 VWEU geen geschikte rechtsgrondslag is? In het bijzonder geldt:

(a)    Met betrekking tot artikel 24, lid 2, van de richtlijn:

(i)    wat betreft de uitlegging van deze bepaling, in hoeverre is het lidstaten toegestaan strengere voorschriften aan te nemen met betrekking tot de standaardisatie van de verpakking van tabakswaren; en,

(ii)    in het licht van de voorgaande uitlegging, is artikel 24, lid 2, ongeldig, omdat artikel 114 VWEU geen geschikte rechtsgrondslag is?

(b)    Is artikel 24, lid 3, TPD2, op grond waarvan lidstaten een categorie tabakswaren of aanverwante producten onder bepaalde omstandigheden kunnen verbieden, ongeldig, omdat artikel 114 VWEU geen geschikte rechtsgrondslag is?

(c)    Zijn de volgende voorschriften ongeldig, omdat artikel 114 VWEU geen geschikte rechtsgrondslag is:

(i)    de voorschriften van hoofdstuk II van titel II TPD2, die betrekking hebben op de verpakking en de etikettering;

(ii)    artikel 7 TPD2, voor zover het mentolsigaretten en tabakswaren met een kenmerkend aroma verbiedt;

(iii)    artikel 18 TPD2, op grond waarvan lidstaten de grensoverschrijdende verkoop van tabakswaren op afstand kunnen verbieden; en,

(iv)    de artikelen 3, lid 4, en 4, lid 5, TPD2, die aan de Commissie bevoegdheid met betrekking tot emissieniveaus overdragen?

Evenredigheid en grondrechten

Met betrekking tot artikel 13 TPD2:

(a)    moet deze bepaling aldus worden uitgelegd dat zij ware en niet-misleidende beweringen over tabakswaren op de verpakking van het product verbiedt; en,

(b)    zo ja, is dit ongeldig, omdat het het evenredigheidbeginsel en/ of artikel 11 van het Handvest van de grondrechten schendt?

Is één of alle van de volgende voorschriften van de TPD2 ongeldig, omdat het evenredigheidsbeginsel wordt geschonden:

(a)    artikel 7, leden 1 en 7, voor zover het het in de handel brengen van tabakswaren met menthol als kenmerkend aroma alsook het in de handel brengen van tabakswaren die in enige van hun bestanddelen geur- of smaakstoffen bevatten, verbiedt;

(b)    de artikelen 8, lid 3, 9, lid 3, 10, lid 1, sub g, en 14, voor zover zij allerlei eisen stellen met betrekking tot de standaardisatie van de verpakking; en,

(c)    artikel 10, lid 1, sub a en c, voor zover het de eis stelt dat gezondheidswaarschuwingen 65 % van de buitenvoor- en achterkant van de verpakkingseenheid en de buitenverpakking beslaan?

Overdracht/ Implementatie

Is één of alle van de volgende voorschriften van de TPD2 ongeldig, omdat artikel 290 VWEU wordt geschonden:

(a)    artikel 3, leden 2 en 3, met betrekking tot maximumemissieniveaus;

(b)    artikel 4, lid 5, met betrekking tot emissiemeetmethoden;

(c)    artikel 7, leden 5, 7 en 12, met betrekking tot de regulering van ingrediënten;

(d)    de artikelen 9, lid 5, 10, leden 1, sub f, 10, en 3, 11, lid 6, 12, leden 3 en 12, met betrekking tot gezondheidswaarschuwingen;

(e)    artikel 20, lid 11, met betrekking tot het verbod op elektronische sigaretten en/ of navulverpakkingen; en/ of,

(f)    artikel 15, lid 12, met betrekking tot overeenkomsten over de opslag van gegevens?

Zijn de artikelen 3, lid 4, en 4, lid 5, TPD2 ongeldig, omdat zij het rechtszekerheidsbeginsel schenden en/ of op ontoelaatbare wijze bevoegdheid overdragen aan externe lichamen die zich niet hoeven te houden aan de procedurele waarborgen waarin het EU-recht voorziet?

Is één of alle van de volgende voorschriften van TPD2 ongeldig, omdat zij artikel 291 VWEU schenden:

(a)    artikel 6, lid 1, met betrekking tot rapportageverplichtingen;

(b)    artikel 7, leden 2, 3, 4, en 10, met betrekking tot uitvoeringshandelingen betreffende het verbieden van tabakswaren onder bepaalde omstandigheden; en/ of,

(c)    de artikelen 9, lid 6, en 10, lid 4, met betrekking tot gezondheidswaarschuwingen?

Subsidiariteit

Is TPD2 en in het bijzonder de artikelen 7, 8, lid 3, 9, lid 3, 10, lid 1, sub g, 13, en 14, ongeldig vanwege niet-naleving van het subsidiariteitsbeginsel?

____________

____________

1 Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG (PB L 127, blz. 1).