Language of document :

Arrest van het Gerecht van 28 februari 2012 - Land Burgenland en Oostenrijk / Commissie

(Gevoegde zaken T-268/08 en T-281/08)

["Staatssteun - Door Oostenrijkse autoriteiten in kader van privatisering van Bank Burgenland aan verzekeringsgroep Grazer Wechselseitige (GRAWE) verleende steun - Beschikking waarbij steun onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast - Criterium van particuliere investeerder in markteconomie - Toepassing bij optreden van staat als verkoper - Bepaling van marktprijs"]

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Land Burgenland (Oostenrijk) (vertegenwoordigers: U. Soltész en C. Herbst, advocaten) (zaak T-268/08); en Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: G. Hesse, C. Pesendorfer, E. Riedl, M. Fruhmann en J. Bauer, gemachtigden) (zaak T-281/08)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk V. Kreuschitz, N. Khan, K. Gross en T. Maxian Rusche, vervolgens V. Kreuschitz, N. Khan en T. Maxian Rusche, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van beschikking 2008/719/EG van de Commissie van 30 april 2008 betreffende staatssteun C 56/06 (ex NN 77/06) van Oostenrijk voor de privatisering van Bank Burgenland (PB L 239, blz. 32)

Dictum

De beroepen worden verworpen.

De Republiek Oostenrijk en de deelstaat Burgenland worden verwezen in de kosten.

____________

1 - PB C 247 van 27.9.2008.