Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 januari 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) – Finanzamt Düsseldorf-Mitte / Ibero Tours GmbH

(Zaak C-300/12)1

(Belasting over toegevoegde waarde – Handelingen van reisbureaus – Verlening van korting aan reizigers – Bepaling van heffingsmaatstaf voor diensten in het kader van optreden als tussenpersoon)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Finanzamt Düsseldorf-Mitte

Verwerende partij: Ibero Tours GmbH

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Bundesfinanzhof – Uitlegging van de artikelen 11, C, lid 1, en 26, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Handelingen van reisbureaus – Verlening van kortingen aan reizigers waardoor de provisie van het reisbureau vermindert – Bepaling van de heffingsmaatstaf voor de bemiddelingsdienst

Dictum

De bepalingen van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moeten aldus worden uitgelegd dat de door het Hof van Justitie van de Europese Unie in het arrest van 24 oktober 1996, Elida Gibbs (C-317/94), vastgestelde beginselen voor de bepaling van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde niet van toepassing zijn wanneer een reisbureau dat optreedt als tussenpersoon op eigen initiatief en op eigen kosten aan de eindverbruiker korting verleent op de hoofddienst, die wordt verricht door een touroperator.

____________

1 PB C 287 van 22.9.2012.