Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 30 november 2001 ingesteld door Ayuntamiento de Osera de Ebro tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-303/01)

    Procestaal: Spaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 30 november 2001 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Ayuntamiento de Osera de Ebro (Zaragoza), Spanje, vertegenwoordigd door Javier Ariño Barcelona, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

--nietig te verklaren de beschikking van de Commissie om klacht nr. 1999/5330 ad acta te leggen.

--de Commissie te gelasten dat zij:

1)de regering van het Koninkrijk Spanje verplicht, geen uitvoering te geven aan de wijziging van het tracé van deelbaanvak II (spoorwegbrug over de Ebro) van het baanvak Zaragoza-Lleida van de hogesnelheidslijn Madrid(Zaragoza(Barcelona(Franse grens, Solución Sur Alternativa B (zuidelijke oplossing alternatief B) genaamd, dat door de Spaanse ministerraad op 25 februari 1999 niet belastend voor het milieu is verklaard en bij besluit van de staatssecretaris van Infrastructuur en Vervoer van 17 maart 1999 is goedgekeurd;

-2)de regering van het Koninkrijk Spanje verplicht dat voor de uitvoering van deze werkzaamheden gebruik wordt gemaakt van het enige tracé dat als noordelijke oplossing bij besluit van de staatssecretaris van Ruimtelijke ordening van 24 februari 1995 naar behoren is goedgekeurd;

-3)iedere andere maatregel vaststelt die in verband met de voorgaande maatregelen als afgeleid of connex wordt beschouwd, daaronder begrepen een waarschuwing van de Commissie aan de Spaanse autoriteiten dat zij dwangmaatregelen zal vaststellen, waaronder de inleiding van een niet-nakomingsprocedure en/of de intrekking van gemeenschapsgelden ter financiering van de werkzaamheden, indien niet aan de gestelde eisen wordt voldaan.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster stelt, dat zij een van de gemeentes is die worden getroffen door het tracé van de hogesnelheidslijn Madrid(Zaragoza(Barcelona(Franse grens, voor de aanleg waarvan de Spaanse regering financiering van het Cohesiefonds van de Gemeenschap (project nr. 95/11/65/007)1 heeft verkregen. Aanvankelijk heeft de Spaanse overheid het tracé van deelbaanvak II van het baanvak Zaragoza-Lleida goedgekeurd, dat uit de twee mogelijke alternatieven in Fuentes de Ebro koos voor het "noordelijke alternatief", dat het beschermde gebied Soto del Aguilar ongemoeid liet, een binnen verzoeksters gemeente gelegen oeverbebossing die van groot belang is voor het milieu en de fauna. Naderhand heeft de Spaanse regering, in weerwil van het afwijzende rapport van de voor de milieubescherming bevoegde autoriteiten, besloten het aanvankelijk voorgestelde tracé te wijzigen en te opteren voor de zogenaamde "Solución Sur Alternativa B" (zuidelijke oplossing alternatief B), die niet alleen het minst milieuvriendelijk is maar ook nog eens de meeste kosten meebrengt.

Verzoekster heeft op 1 december 1999 deze feiten ter kennis van de Commissie gebracht en haar verzocht, de Spaanse regering te verplichten geen uitvoering te geven aan het besluit met betrekking tot het tracé "Solución Sur Alternativa B" en voor de "Alternativa Norte" (het noordelijke alternatief) te kiezen, en haar te verstaan te geven dat de ontvangen communautaire steun diende te worden terugbetaald (klacht nr. 1999/5330), indien hieraan geen gevolg werd gegeven. Naar aanleiding van deze klacht heeft de Commissie de Spaanse regering uitgenodigd, haar standpunt kenbaar te maken, en na onderzoek van het antwoord -- dat verzoeker niet heeft mogen inzien ondanks herhaalde verzoeken daartoe --, heeft zij besloten om de klacht ad acta te leggen.

Verzoekster is in tegenstelling tot de Commissie van mening, dat de handelwijze van de Spaanse regering inbreuk maakt op de communautaire regelgeving, te weten:

-richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand2;

-richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna3, en

-de regeling inzake het gebruik van communautaire middelen, met name verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds.4

Gezien de in verzoeksters klacht geformuleerde flagrante schending van de communautaire regelgeving door de Spaanse autoriteiten had de Commissie moeten toezien op de naleving van het gemeenschapsrecht, zodat haar beschikking om de klacht ad acta te leggen nietig dient te worden verklaard.

____________

1 - --PB C 153, van 18.5.98, blz. 172.

2 - --PB L 103, blz. 1.

3 - --PB L 206, blz. 7.

4 - --PB L 130, blz. 1.