Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 17 februari 2010 door Apostolov tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 15 december 2009 in zaak F-8/09, Apostolov / Commissie

(Zaak T-73/10 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Svetoslav Apostolov (Saarwellingen, Duitsland) (vertegenwoordiger: D. Schneider-Addae-Mensah, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 15 december 2009 in zaak F-8/09 vernietigen;

het in de brief van 23 oktober 2008 vervatte besluit van de Europese Commissie nietig verklaren;

de Europese Commissie en haar gespecialiseerde diensten, met name het Europees bureau voor personeelsselectie (EPSO), verplichten om de antwoorden die rekwirant heeft gegeven op de vragen 9, 30 en 32 van de competentietest van 14 december 2007 als correct aan te merken;

subsidiair, verzoeker toestaan om de competentietest nogmaals af te leggen;

meer subsidiair, de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie, en

de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de onderhavige zaak en in die van de procedure voor het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.

Middelen en voornaamste argumenten

Deze hoge voorziening is gericht op de vernietiging van de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 15 december 2009 in zaak F-8/09, Apostolov / Commissie, waarbij dat Gerecht rekwirants beroep, strekkende tot nietigverklaring van een besluit van de Commissie van 21 oktober 2008, waarbij het Europees bureau voor personeelsselectie (EPSO) zijn klacht had afgewezen tegen het besluit van 25 april 2008 waarbij hem was meegedeeld dat de cijfers die hij had behaald in de selectietests die werden gehouden in verband met de oproep voor het indienen van blijken van belangstelling EPSO/CAST27/4/07 onvoldoende waren om hem op te nemen in de databank van geslaagde kandidaten, niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Tot staving van zijn hogere voorziening stelt rekwirant primair dat er sprake was van verwarring met betrekking tot de termijn voor instelling van zijn beroep en er dus sprake was van een verschoonbare dwaling, waardoor zijn op 9 juli 2009 bij het Gerecht voor ambtenarenzaken ingestelde beroep ontvankelijk was.

Rekwirant stelt voorts dat het EPSO verschillende antwoorden die hij heeft gegeven in het kader van de selectietest in verband met de oproep voor het indienen van blijken van belangstelling EPSO/CAST27/4/07, kennelijk onjuist heeft beoordeeld. Ook heeft het EPSO een volledig onjuiste procedure van het testen van kandidaten gekozen om een correcte selectieprocedure te verzekeren.

____________