Language of document :

Beroep ingesteld op 24 januari 2011 - Lan Airlines en Lan Cargo/Commissie

(Zaak T-40/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Lan Airlines SA en Lan Cargo SA (Santiago, Chili) (vertegenwoordigers: B. Hartnett, Barrister, en O. Geiss, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van de bestreden beschikking voor zover zij betrekking heeft op verzoeksters;

subsidiair, vermindering van de aan verzoeksters opgelegde geldboete; en

verwijzing van verweerster in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters verzoeken krachtens artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: "VWEU") om nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 9 november 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Europese Gemeenschap inzake luchtvervoer (zaak COMP/39258 − Luchtvracht), voor zover zij op hen betrekking heeft.

Tot staving van hun beroep voeren verzoeksters zes middelen aan.

1.    De Commissie heeft rechtens niet genoegzaam aangetoond dat verzoeksters hebben deelgenomen aan één enkele, voortdurende inbreuk, en zij heeft derhalve blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en een onjuiste opvatting van de feiten bij de toepassing van artikel 101 VWEU, doordat zij niet heeft aangetoond dat:

-    Lan Cargo kennis had of had moeten hebben van het bestaan van een gemeenschappelijk mededingingsverstorend plan;

Lan Cargo door haar eigen gedrag beoogde deel te nemen aan een dergelijk gemeenschappelijk mededingingsverstorend plan; en

Lan Cargo kennis had van een inbreuk betreffende de veiligheidstoeslag of provisies op toeslagen.

2.    De Commissie heeft het recht van verdediging van verzoeksters geschonden, door:

zich te baseren op bewijsmateriaal dat niet in de mededeling van punten van bezwaar was vermeld;

zich te baseren op een uitlegging van bewijsmateriaal die niet duidelijk in de mededeling van punten van bezwaar was uiteengezet;

in de bestreden beschikking bezwaren aan te voeren waarover verzoeksters geen opmerkingen hebben kunnen maken.

3.    De Commissie heeft de beginselen van gelijke behandeling, persoonlijke aansprakelijkheid en evenredigheid geschonden bij de bepaling van het basisbedrag van de aan verzoeksters opgelegde geldboete, doordat:

haar bepaling van de duur van de inbreuk niet overeenstemde met de vaststelling van zowel de kennis van en de bedoeling om deel te nemen aan het beweerde gemeenschappelijk mededingingsverstorend plan;

zij fouten heeft gemaakt bij de berekening van het basisbedrag;

haar berekening van het basisbedrag van de geldboete niet verzoeksters' beperkte deelneming aan de beweerde inbreuk weerspiegelde; en

haar berekening van het basisbedrag van de geldboete niet weerspiegelde dat de beweerde inbreuk niet de volledige prijs van de betrokken diensten betrof.

4.    De Commissie heeft het gelijkheidsbeginsel geschonden en de aanpassing van het basisbedrag van de geldboete wegens verzachtende omstandigheden niet gemotiveerd, doordat zij:

geen rekening heeft gehouden met de zeer grote verschillen tussen verzoeksters' mate van deelneming en de veel grotere deelneming van andere luchtvaartmaatschappijen; en

geen objectieve rechtvaardiging heeft gegeven voor haar gelijke behandeling van verschillende luchtvaartmaatschappijen ondanks hun zeer uiteenlopende situaties.

5.    De Commissie heeft geen motivering gegeven voor haar uitsluiting van elf geadresseerden van de mededeling van punten van bezwaar in de bestreden beschikking, voor haar vaststelling dat verzoeksters zich schuldig hebben gemaakt aan één enkele en voortdurende inbreuk, noch voor haar berekening van de opgelegde geldboete, doordat zij:

geen motivering heeft gegeven voor haar weglating uit de bestreden beschikking van elf luchtvaartmaatschappijen waaraan haar mededeling van punten van bezwaar was gericht;

met betrekking tot de hiertoe door het Hof vereiste bestanddelen, geen motivering heeft gegeven voor haar vaststelling dat verzoeksters zich schuldig hebben gemaakt aan één enkele en voortdurende inbreuk; en

geen motivering heeft gegeven voor haar berekening van de aan verzoeksters opgelegde geldboete overeenkomstig artikel 5 van de bestreden beschikking.

6.    De Commissie heeft verzoeksters' recht op een eerlijk proces geschonden, en derhalve artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens geschonden, doordat:

verzoeksters de mogelijkheid werd ontzegd om getuigen te horen en te ondervragen;

verzoeksters de mogelijkheid werd ontzegd om opmerkingen te maken over de berekening van de hun opgelegde geldboete;

de geldboete werd opgelegd na een niet-openbare mondelinge behandeling die niet werd bijgewoond door de besluitvormer; en

de bestreden beschikking door een bestuursorgaan is gegeven, en geen rechterlijke instantie volledige rechtsmacht heeft om ze volledig te toetsen.

____________