Language of document :

Beroep ingesteld op 17 november 2008 - Power-One Italy / Commissie

(Zaak T-489/08)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Power-One Italy (Terranova Bracciolini, Italië) (vertegenwoordigers: R. Giuffrida en A. Giussani, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de Europese Commissie op grond van artikel 288 EG veroordelen, Power-One Italy schadeloos te stellen voor alle haar berokkende schade ten belope van 2 876 188,99 EUR, zoniet ter hoogte van haar kosten voor het project PNEUMA dan wel ten belope van een billijk te achten hoger of lager bedrag;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen een beschikkinghoudende beëindiging van het project genaamd "Pneuma" en houdende terugvordering van de bedragen die als voorschot voor dit project zijn betaald. Dit project beoogde de verwezenlijking van een baanbrekend UPS-systeem inzake de energievoorziening - aan de hand van een adequate persluchtreserve - voor de basiszendstations van mobiele telefonie. Voor de verwezenlijking van dit project heeft verzoeksters een overeenkomst gesloten met strategische partners en inzonderheid met de universiteit van Florence, voor het ontwerpen en afstellen van het dynamische deel en voor het testen van de prototypes van het nieuwe systeem, met ENEA en FEBE ECOLOGIC, voor de milieueffectenbeoordeling van de nieuwe UPS, en met TELEFONICA MOBILES, die enkele basiszendstations op het Spaanse grondgebied ter beschikking heeft gesteld om de prototypes te kunnen testen in werkingsmodus.

Ingevolge voornoemde beschikking van de Commissie heeft verzoekster het volledige bedrag dat zij als financieringsvoorschot had verkregen, moeten terugbetalen, en is zij bovendien door haar eigen strategische partners met schadeclaims geconfronteerd. Hoe dan ook heeft Power One het project op eigen kosten voltooid en afgeleverd, tevens rekening houdend met het door de stelselmatige verlengingen van de Commissie gewekte gewettigd vertrouwen, waardoor zij kosten ten belope van 2 876 188,99 EUR heeft gehad en zij de apparatuur die in de tussen verzoekster en haar partners gesloten overeenkomsten was voorzien, in Spanje volkomen operationeel heeft gemaakt.

Ter onderbouwing van haar vorderingen betoogt verzoekster:

dat artikel 10 van verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE)1 is geschonden;

dat artikel 14 van de Administratieve standaardnormen voor LIFE-projecten niet van toepassing is, aangezien verzoekster steeds op rigoureuze en coherente wijze heeft meegewerkt en zij steeds nauwgezet gevolg heeft gegeven aan elk verzoek van de Commissie. Bovendien is het "Pneuma"-project volledig verwezenlijkt, in werking gesteld en getest;

dat de bestreden beschikking discriminerend is en het algemene vertrouwensbeginsel is geschonden.

____________

1 - PB L 192, van 28.7.2000, blz. 1.