Language of document :

Beroep ingesteld op 26 september 2012 - Oostenrijk / Commissie

(Zaak T-427/12)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: C. Pesendorfer, gemachtigde, bijgestaan door M. Windisch)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

artikel 1, lid 1, sub d, juncto lid 2, van het besluit van de Europese Commissie van 25 juli 2012 betreffende steunmaatregel SA.28487 (C 16/2009 ex N 254/2009), volgens hetwelk de financieringsgarantie van Oostenrijk voor de Bayerische Landesbank staatssteun van de Republiek Oostenrijk aan de Bayerische Landesbank vormt in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU en gelet op de verbintenissen in de bijlagen I en III en op de voorwaarden in bijlage II verenigbaar is met de interne markt, nietig verklaren, en

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

Schending van het recht om in rechte te worden gehoord

In het kader van dit middel voert verzoekster aan dat zij vóór de kwalificatie van de door haar toegekende steunmaatregelen als steun niet is gehoord door verweerster. Zij heeft derhalve niet de mogelijkheid gehad om de daadwerkelijke juridische inhoud van de overeenkomst uiteen te zetten en om in te gaan op wijzigingen achteraf in de feitelijke situatie.

Schending van de motiveringsplicht van artikel 296, lid 2, VWEU

Verzoekster stelt dat de Commissie in haar besluit geen redenen heeft gegeven waarom de betrokken maatregel als steun moet worden aangemerkt of waarom deze steun verenigbaar is met de interne markt. Bijgevolg kunnen de betrokkenen de redenen voor de vaststelling van de rechtshandeling niet kennen en kunnen de Unierechters hun toetsingsbevoegdheid niet uitoefenen.

Schending van de artikelen 107 VWEU en 108 VWEU

Volgens verzoekster schendt de kwalificatie van de betrokken maatregel als met de interne markt verenigbare steun de artikelen 107 VWEU en 108 VWEU. Zij zet in dit verband uiteen dat voor de betrokken maatregel geen marktconforme vergoeding is betaald, dat deze ook geen gevolgen heeft voor de financiële stabiliteit en het in stand houden van de kredietverschaffing in de lidstaat die deze toekent, hier Oostenrijk, en dat de Republiek Oostenrijk ook geen adequaat toezicht kan uitoefenen op de eventueel in een andere lidstaat nagestreefde doelstelling.

Schending van artikel 125 VWEU

In dit verband voert verzoekster aan dat overeenkomstig artikel 125, lid 1, VWEU de lidstaten niet aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van centrale overheden, regionale of lokale overheden van een andere lidstaat en deze verbintenissen niet overnemen. Daar dit echter het gevolg van het bestreden besluit van de Commissie zou zijn, beroept verzoekster zich op artikel 125 VWEU.

Onbevoegdheid van verweerster

Volgens verzoekster beoordeelt de Commissie in het onderhavige geval een feitelijke situatie die zich in deze vorm niet feitelijk heeft voorgedaan. Daarmee overschrijdt de Commissie haar bevoegdheden.

____________