Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 11 februari 2011 door Luigi Marcuccio tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 23 november 2010 in zaak F-65/09, Marcuccio / Commissie

(Zaak T-85/11 P)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirant: Luigi Marcuccio (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

in elk geval, volledige vernietiging van het bestreden arrest;

vaststelling dat het document dat de Europese Commissie de dag van de terechtzitting heeft overgelegd in dit geding altijd en nog steeds niet-ontvankelijk is;

volledige toewijzing van de in eerste aanleg geformuleerde vorderingen;

verwijzing van de verwerende partij in alle kosten van deze en de procedure in eerste aanleg;

subsidiair, verwijzing van de zaak naar het Gerecht voor ambtenarenzaken in een andere samenstelling voor een nieuwe beslissing.

Middelen en voornaamste argumenten

Deze hogere voorziening is gericht tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 23 november 2010. Bij dit arrest is verworpen, een beroep strekkende tot nietigverklaring van het besluit van 5 augustus 2008, vastgesteld ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van 10 juni 2008 in zaak T-18/04, Marcuccio/Commissie (niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), nietigverklaring van het besluit tot afwijzing van de klacht tegen dat besluit alsmede tot veroordeling van de Commissie tot betaling van een vergoeding voor de schade die rekwirant door die besluiten zou hebben geleden.

Tot staving van de hogere voorziening voert rekwirant vier middelen aan:

Eerste middel: procedurele en juridische fouten, ook wegens schending van de rechten van de verdediging.

Tweede middel: onbevoegdheid van de persoon die het besluit heeft vastgesteld waarvan in eerste aanleg nietigverklaring is gevorderd.

Derde middel: volledig ontbreken van motivering van het besluit waarvan in eerste aanleg nietigverklaring is gevorderd.

Vierde middel: onwettigheid van een aantal vaststellingen in het bestreden arrest, op grond van de volgende gebreken: a) schending alsmede onjuiste en onredelijke uitlegging en toepassing van de wettelijke voorschriften; b) schending van het beginsel patere legem quam ipse fecisti; c) misbruik van bevoegdheid en misbruik van procedure, d) volledig ontbreken van motivering.

____________