Language of document :

Beroep ingesteld op 29 juni 2007 - Malheiro / Commissie

(Zaak T-228/07)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Ana Malheiro (Brussel, België) (vertegenwoordiger: C. Ebrecht, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren het besluit van de directeur-generaal Personeelszaken en algemeen beheer van de Europese Commissie van 30 april 2007, houdende afwijzing van klacht nr. R/6/07, ingeschreven op 8 januari 2007, waarbij de nietigverklaring werd gevorderd van het besluit van DG ADMIN van de Europese Commissie om haar geen andere vergoedingen toe te kennen dan de verminderde dagvergoeding van 28,78 EUR;

verweerster te veroordelen tot betaling aan verzoekster, voor het tijdvak van 16 november 2006 tot en met 31 oktober 2008, van de volledige dagvergoeding van 115,09 EUR, bedoeld in besluit C(2006) 2033 van de Commissie van 1 juni 2006 tot vaststelling van de regeling betreffende de detachering van nationale deskundigen bij de Commissie, verminderd met het bedrag van de dagvergoeding die verzoekster reeds heeft ontvangen en vermeerderd met een extra maandvergoeding van 542,55 EUR;

verweerster te veroordelen om verzoeksters verhuiskosten te vergoeden;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, die als gedetacheerde nationale deskundige voor de Commissie werkt, wenst in aanmerking te komen voor (i) de volledige dagvergoeding in plaats van de door de Commissie toegekende verminderde dagvergoeding, en (ii) een extra maandvergoeding in plaats van verhuiskosten.

Ter ondersteuning van haar verzoek voert verzoekster in de eerste plaats aan dat de Commissie een beoordelingsfout heeft gemaakt door ervan uit te gaan dat de woonplaats van verzoekster Brussel was, omdat haar man daar woonde. Verzoekster betoogt dat haar verblijf in Brussel slechts tijdelijk is en dat zij in dezelfde mate als elke andere gedetacheerde nationale deskundige de ongemakken en nadelen ondervindt die voortvloeien uit het tijdelijke karakter van de detachering.

Voorts stelt verzoekster dat de Commissie het beginsel van gelijke behandeling, alsmede artikel 20 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie heeft geschonden, aangezien artikel 20, lid 3, sub b, van het besluit van de Commissie tot vaststelling van de regeling betreffende de detachering van nationale deskundigen bij de Commissie, gehuwde gedetacheerde deskundigen discrimineert ten opzichte van ongehuwde gedetacheerde nationale deskundigen die samenleven met iemand met wie zij een relatie hebben.

Bovendien betoogt verzoekster dat deze discriminatie, evenals de hogere vergoeding - vergeleken met die van verzoekster - die wordt verstrekt aan ongehuwde mannelijke gedetacheerde nationale deskundigen (al dan niet samenlevend met iemand met wie zij een relatie hebben), een schending oplevert van artikel 141 EG, het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen, richtlijn 2000/78/EG1 en het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303, blz. 16).