Language of document :

Beroep ingesteld op 14 december 2023 – Polen/Parlement en Raad

(Zaak C-771/23)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Verwerende partijen: Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietigverklaring van richtlijn 2023/1791 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 betreffende energie-efficiëntie en tot wijziging van verordening (EU) 2023/955 (herschikking)1 ;

verwijzing van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1) Schending van artikel 192, lid 2, eerste alinea, onder c), VWEU door toepassing van een onjuiste rechtsgrondslag voor de vaststelling van richtlijn 2023/1791 (artikel 194, lid 2, VWEU), hoewel de maatregelen die in deze richtlijn worden voorzien een aanzienlijke invloed hebben op de keuze van Polen tussen verschillende energiebronnen en op de algemene structuur van zijn energievoorziening.

Volgens Polen hebben de verwerende instellingen artikel 192, lid 2, eerste alinea, onder c), VWEU geschonden doordat de bestreden richtlijn niet is vastgesteld op de rechtsgrondslag van die bepaling van het Verdrag, waarin eenparigheid van stemmen in de Raad wordt voorgeschreven, hoewel de bestreden richtlijn een aanzienlijke invloed heeft op de keuze van een lidstaat tussen verschillende energiebronnen en op de algemene structuur van zijn energievoorziening.

2) Schending van het evenredigheidsbeginsel van artikel 5, lid 4, VEU, gelezen in samenhang met artikel 296 en artikel 191, lid 3, VWEU, door de vaststelling van maatregelen die kosten meebrengen die onevenredig zijn met de nagestreefde doelen.

Volgens Polen hebben de verwerende instellingen het evenredigheidsbeginsel geschonden. De bestreden richtlijn is namelijk vastgesteld zonder rekening te houden met de restricties in de afzonderlijke lidstaten en de maatregelen die daarin zijn opgenomen met het oog op de vermindering van de afhankelijkheid van de Unie van fossiele brandstoffen zijn onuitvoerbaar of brengen kosten mee die onevenredig zijn met de verwachte resultaten.

____________

1 PB 2023, L 231, blz. 1.