Language of document :

Mededeling in het PB

 

Verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division van 6 juni 2003 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Dyson Ltd en Registrar of Trade Marks

(Zaak C-321/03)

De High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division heeft bij beschikking van 6 juni 2003, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 24 juli 2003, in het geding tussen Dyson Ltd en Registrar of Trade Marks, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

1.Is het in een geval waarin een aanvrager een teken (dat geen vorm is) heeft gebruikt dat bestaat uit een functioneel kenmerk dat deel uitmaakt van het uiterlijk van een nieuw soort waar, terwijl de aanvrager tot de datum van de aanvrage feitelijk een monopoliepositie met betrekking tot die waren heeft gehad, voor het verkrijgen van onderscheidend vermogen van het teken als bedoeld in artikel 3, lid 3, van richtlijn 89/104/EEG(1) voldoende dat een aanzienlijk deel van het relevante publiek op de datum van de aanvrage om inschrijving de relevante van het teken voorziene waren zijn gaan verbinden met de aanvrager en met geen andere producent?

2.Wat is er, indien dat niet voldoende is, verder nodig opdat het teken onderscheidend vermogen krijgt, en is het met name noodzakelijk dat degene die het teken heeft gebruikt, het als merk heeft gepropageerd?

____________

1 - ) --Eerste Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten PB L 40 van 11.2.1989, blz. 1-7.