Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 30 juni 2021 –
GY/ECB

(zaak T‑746/19)

„Openbare dienst – Personeel van de ECB – Bezoldiging – Kostwinnerstoelage – Wijziging van de geldende regeling – Afwijzing van het verzoek voor 2019 – Exceptie van onrechtmatigheid – Gelijke behandeling – Ontbreken van overgangsmaatregelen”

1.      Beroepen van ambtenaren– Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Beroep tegen het besluit tot afwijzing van de klacht – Ontvankelijkheid – Verplichting om uitspraak te doen over de vordering gericht tegen het besluit tot afwijzing van de klacht – Vordering zonder zelfstandige inhoud of louter bevestigend besluit – Geen verplichting

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91; arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank, art. 42)

(zie punten 18, 19)

2.      Ambtenaren – Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Bezoldiging – Wijziging van de geldende regeling – Beoordelingsbevoegdheid van de administratie

[Arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank, art. 9, c), en 13]

(zie punten 29‑31)

3.      Ambtenaren – Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Bezoldiging – Kostwinnerstoelage – Wijziging van de geldende regeling – Geen overgangsmaatregelen ter compensatie van de nadelen van de hervorming voor bepaalde categorieën personeelsleden – Schending van het beginsel van gelijke behandeling

[Arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank, art. 9, c)]

(zie punten 32‑34, 37, 48, 49)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie tot nietigverklaring van het besluit van de ECB van 28 januari 2019 om verzoeker voor het jaar 2019 niet de kostwinnerstoelage toe te kennen

Dictum

1) Het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) van 28 januari 2019 wordt nietig verklaard, voor zover daarbij wordt geweigerd om GY voor 2019 de kostwinnerstoelage toe te kennen.

2) De ECB wordt verwezen in de kosten.