Language of document :

Beroep ingesteld op 9 september 2011 - Technion - Israel Institute of Technology en Technion Research & Development / Commissie

(Zaak T-480/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Technion - Israel Institute of Technology (Haifa, Israel) en Technion Research & Development Foundation Ltd (Haifa) (vertegenwoordigers: D. Grisay en D. Piccininno, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige verzoek tot nietigverklaring krachtens artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in behandeling nemen;

het ontvankelijk verklaren;

het beroep gegrond verklaren en bijgevolg:

verklaren dat de Commissie geen concreet en individueel onderzoek heeft verricht naar de in het verzoek om toegang bedoelde documenten,

verklaren dat de Commissie een kennelijke beoordelingsfout heeft begaan bij de toepassing van de uitzonderingen voorzien bij artikel 4 van verordening nr. 1049/2001,

verklaren dat de Commissie het recht van gedeeltelijke toegang tot de documenten krachtens artikel 4, lid 6, van verordening (EG) nr. 1049/2001 heeft geschonden;

verklaren dat de Commissie het evenredigheidsbeginsel heeft geschonden door geen belangenafweging te maken tussen de ingeroepen uitzonderingen en het algemeen belang;

op die grondslag, de beschikking van het secretariaat-generaal van de Europese Commissie van 30 juni 2011 nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan het ontbreken van een concreet en individueel onderzoek van de documenten waartoe toegang wordt verzocht en daarmee een ontoereikende motivering van de bestreden beschikking, in die zin dat de Commissie heeft verwezen naar een categorie van documenten (documenten betreffende een audit) in plaats van naar concrete gegevens in die documenten.

Tweede middel, ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout bij de toepassing van de uitzonderingen voorzien bij artikel 4 van verordening nr. 1049/20011:

doordat de Commissie heeft geoordeeld dat de openbaarmaking van de documenten waartoe toegang werd verzocht het verloop van deze audits zou verstoren, terwijl i) de auditprocedure er enkel toe strekt om na te gaan of de kosten die voor de uitvoering van een overeenkomst zijn gemaakt voor vergoeding in aanmerking komen of niet, en dat ii) de gegevens in de gevraagde documenten zuiver feitelijk van aard zijn;

doordat de Commissie heeft geoordeeld dat de openbaarmaking van de documenten waartoe toegang werd verzocht afbreuk zou doen aan de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, terwijl de verzoekende partijen over deze documenten dienen te beschikken om dienstig hun rechten te laten gelden in de op tegenspraak verlopende auditprocedure.

Derde middel, ontleend aan schending van het recht van gedeeltelijke toegang tot de gevraagde documenten krachtens artikel 4, lid 6, van verordening nr. 1049/2001 door te weigeren om de documenten waartoe toegang wordt verzocht, concreet en individueel te onderzoeken.

Vierde middel, ontleend aan schending van het evenredigheidsbeginsel als gevolg van het ontbreken van een belangenafweging tussen de ingeroepen uitzonderingen en het algemeen belang, in die zin dat het in het algemeen belang zou zijn om na te kunnen gaan hoe de Commissie haar auditprocedures uitvoert en de contractpartijen in staat te stellen om de gepaste procedures in te voeren om aan de formele vereisten te voldoen.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).