Language of document : ECLI:EU:C:2013:166

Zaak C‑420/11

Jutta Leth

tegen

Republik Österreich,
Land Niederösterreich

(verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Milieu – Richtlijn 85/337/EEG – Milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten – Vergunning voor dergelijk project zonder passende beoordeling – Doelstellingen van deze beoordeling – Voorwaarden voor recht op schadevergoeding – Bescherming van particulieren tegen vermogensschade al dan niet daaronder begrepen”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 maart 2013

1.        Recht van de Europese Unie – Uitlegging – Bepaling die geen uitdrukkelijke verwijzing naar recht van lidstaten bevat – Autonome en uniforme uitlegging

2.        Milieu – Milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten – Richtlijn 85/337 – Uitlegging – Beoordeling van effect van project op waarde van materiële goederen – Daarvan uitgesloten – Vermogensschade die rechtstreeks voortvloeit uit milieueffecten van project – Begrepen onder beschermingsdoelstelling van richtlijn – Geen milieueffectbeoordeling – Verzuim dat als zodanig particulier geen recht verleent op vergoeding voor zijn vermogensschade door waardevermindering van zijn onroerende zaak als gevolg van milieueffecten van betrokken project – Vergoeding afhankelijk van naleving van Unierechtelijke vereisten ter zake – Onderzoek van naleving van deze vereisten door nationale rechter

(Richtlijn 85/337 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijnen 97/11 en 2003/35, art. 3)

3.        Milieu – Milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten – Richtlijn 85/337 – Verplichting voor bevoegde instanties om beoordeling vóór vergunningverlening te verrichten – Verzuim van beoordeling – Verplichting voor instanties om verzuim te verhelpen – Omvang – Toepassing van nationale procedurevoorschriften – Grenzen

(Art. 4, lid 3, VEU; richtlijn 85/337 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijnen 97/11 en 2003/35)

4.        Recht van de Europese Unie – Rechten toegekend aan particulieren – Schending door lidstaat – Verplichting om aan particulieren berokkende schade te vergoeden – Voorwaarden – Wijze van vergoeding – Toepassing van nationaal recht – Grenzen

1.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 24)

2.        Artikel 3 van richtlijn 85/337 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij richtlijnen 97/11 en 2003/35, moet aldus worden uitgelegd dat de in dit artikel bedoelde milieueffectbeoordeling niet de beoordeling van het effect van het betrokken project op de waarde van materiële goederen omvat. Vermogensschade valt echter onder de beschermingsdoelstelling van deze richtlijn voor zover deze schade het rechtstreekse economische gevolg van de milieueffecten van een openbaar of particulier project is.

Volgens het Unierecht en onverminderd minder beperkende nationaalrechtelijke regels ter zake van de aansprakelijkheid van de staat verleent de omstandigheid dat in strijd met de vereisten van deze richtlijn geen milieueffectbeoordeling werd uitgevoerd, een particulier wat de vergoeding van dergelijke schade betreft, in beginsel als zodanig geen recht op vergoeding van zuivere vermogensschade die voortvloeit uit de waardevermindering van zijn onroerende zaak als gevolg van de milieueffecten van dit project. Het staat echter uiteindelijk aan de nationale rechter om na te gaan of is voldaan aan de Unierechtelijke vereisten voor het recht op vergoeding, met name het bestaan van een rechtstreeks causaal verband tussen de aangevoerde schending en de geleden schade.

(cf. punten 30, 36, 47, 48 en dictum)

3.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 37‑39)

4.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 40‑43)