Language of document : ECLI:EU:C:2005:464

Zaak C‑435/03

British American Tobacco International Ltd

en

Newman Shipping & Agency Company NV

tegen

Belgische Staat

(verzoek van het Hof van beroep te Antwerpen om een prejudiciële beslissing)

„Zesde BTW-richtlijn – Artikelen 2 en 27, lid 5 – Omzetbelasting – Werkingssfeer – Belastbaar feit en maatstaf van heffing – Levering van goederen onder bezwarende titel – Diefstal van goederen uit belastingentrepot”

Samenvatting van het arrest

1.        Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Belastbare handelingen – Levering van goederen onder bezwarende titel – Begrip – Diefstal van goederen – Daarvan uitgesloten – Accijnsgoederen – Geen invloed

(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 2)

2.        Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Maatstaf van heffing – Afwijkende nationale maatregelen – Regeling die andere handelingen dan die vermeld in artikel 2 van Zesde richtlijn, zoals diefstal van goederen uit belastingentrepot, aan belasting onderwerpt – Ontoelaatbaarheid

(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 27, lid 5)

1.        Diefstal van goederen vormt geen „levering van goederen onder bezwarende titel” in de zin van artikel 2 van de Zesde richtlijn (77/388) en kan bijgevolg als zodanig niet aan belasting over de toegevoegde waarde worden onderworpen. De omstandigheid dat het om gestolen accijnsgoederen gaat, is daartoe irrelevant.

(cf. punt 42, dictum 1)

2.        De op basis van artikel 27, lid 5, van de Zesde richtlijn (77/388) aan een lidstaat verleende machtiging om maatregelen te treffen die de controle op de heffing van de belasting over de toegevoegde waarde vergemakkelijken, geeft deze staat niet de bevoegdheid om andere handelingen dan die vermeld in artikel 2 van de richtlijn aan deze belasting te onderwerpen. Die machtiging kan dus geen rechtsgrondslag verschaffen aan een nationale regeling die diefstal van goederen uit een belastingentrepot aan belasting over de toegevoegde waarde onderwerpt.

(cf. punt 49, dictum 2)