Language of document :

Beroep ingesteld op 23 juni 2011 - Régie Networks en NRJ Global / Commissie

(Zaak T-340/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Régie Networks (Lyon, Frankrijk) en NRJ Global (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: B. Geneste en C. Vannini, avocats)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

vaststellen dat de Europese Unie aansprakelijk is vanwege:

de onwettigheid van het besluit van de Europese Commissie van 10 november 1997 betreffende steunmaatregel nr. 679/97,

-    het stilzitten van de Commissie na de vaststelling van die onwettigheid in de brief aan de Franse autoriteiten van 8 mei 2003;

de Commissie veroordelen tot vergoeding van alle door verzoeksters als gevolg van de in het verzoekschrift bedoelde tekortkomingen geleden schade, die bestaat uit:

-    het bedrag van de over de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000 afgedragen belasting,

-    de betaalde honoraria ter zake van de ingeleide gerechtelijke procedure ter verkrijging van terugbetaling van de over de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002 afgedragen belasting,

-    de betaalde honoraria ter zake van de onderhavige gerechtelijke procedure;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voeren de verzoekende partijen twee middelen aan.

Eerste middel: tekortkoming, bestaande in de onwettigheid van het besluit van de Commissie van 10 november 1997. De Commissie heeft de steunregeling voor de radio-omroep, na deze in 1997 te hebben onderzocht, in overeenstemming verklaard met de verdragsregels, zonder na te gaan op welke voorwaarden die steunregeling werd gefinancierd, terwijl zij daartoe volgens vaste rechtspraak ter zake van het Hof van Justitie wel verplicht was, aangezien die financiering integraal deel uitmaakte van de betrokken steunregeling. Het aldus door de Commissie genomen besluit is onwettig en vormt een tekortkoming die kan leiden tot niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie.

2.    Tweede middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur doordat de Commissie in 2003 heeft nagelaten de schadelijke gevolgen van haar besluit van 1997 weg te nemen. De Commissie heeft de onwettigheid van haar besluit van 10 november 1997 ten laatste vastgesteld op 8 mei 2003, op welke datum zij een brief zond aan de Franse autoriteiten waarin zij aangaf dat de financieringsvoorwaarden van de steunregeling voor de radio-omroep, zoals die voor het laatst waren goedgekeurd bij het besluit van 10 november 1997, in strijd waren met de verdragsregels. De Commissie heeft echter geen enkele maatregel genomen om de vastgestelde onwettigheid op te heffen. Op basis daarvan zijn de verzoekende partijen van mening dat het verzuim van de Commissie om de schadelijke gevolgen van haar onwettige besluit van 1997 weg te nemen het beginsel van behoorlijk bestuur - dat een algemeen beginsel van Unierecht is - schendt, en derhalve kan leiden tot niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie.

____________