Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Warszawie (Polen) op 5 juni 2023 – KCB, MB / BNP Paribas Bank Polska S.A.

(Zaak C-348/23, BNP Paribas Bank Polska)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Okręgowy w Warszawie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: KCB, MB

Verwerende partij: BNP Paribas Bank Polska S.A.

Prejudiciële vraag

Moeten artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten1 en het doeltreffendheids- en het gelijkwaardigheidsbeginsel aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een rechterlijke uitlegging van een nationale regeling volgens welke:

1.    de consument zijn aanspraken die voortvloeien uit de aanwezigheid van oneerlijke bedingen in een overeenkomst niet effectief tegen de handelaar geldend kan maken zolang hij niet heeft verklaard dat hij er niet mee instemt dat de oneerlijke bedingen in stand blijven, dat hij ermee instemt dat deze niet van toepassing zijn en dat hij de gevolgen daarvan, waaronder mogelijk de nietigheid van de gehele overeenkomst, begrijpt en aanvaardt,

2.    de consument een op basis van oneerlijke bedingen in de overeenkomst onverschuldigd verrichte prestatie niet daadwerkelijk van de handelaar kan terugvorderen zolang hij de bovengenoemde verklaring niet heeft afgelegd,

3.    de vordering van de consument tot vergoeding van de prestatie die op basis van een oneerlijk beding onverschuldigd is verricht, niet opeisbaar is zolang hij de bovengenoemde verklaring niet heeft afgelegd,

4.    de handelaar jegens de consument geen wettelijke vertragingsrente verschuldigd is zolang hij niet op de hoogte is van de bovengenoemde verklaring van de consument?

____________

1 PB1993, L 95, blz. 29.