Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 14 februari 2024 door UNO, Organización Empresarial de Logística y Transporte tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer – uitgebreid) van 29 november 2023 in zaak T-514/20, UNO/Commissie

(Zaak C-126/24 P)

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: UNO, Organización Empresarial de Logística y Transporte (vertegenwoordiger: J. M. Piqueras Ruiz, abogado)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Koninkrijk Spanje, Sociedad Estatal Correos y Telégrafos SA

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

de hogere voorziening toe te wijzen en het arrest van het Gerecht van 29 november 2023 in zaak T-514/20, UNO, Organización Empresarial de Logística y Transporte (hierna: „UNO”)/Europese Commissie, ECLI:EU:T:2023:767, te vernietigen;

de zaak te onderzoeken en in de uitoefening van zijn volledige rechtsmacht definitief te beslissen over de ontvankelijkheid van het beroep van UNO van 15 augustus 2020 tegen het besluit van 14 mei 2020 betreffende steunmaatregel SA.50872 (2020/NN) – Spanje – Compensatie aan Correos uit hoofde van de universeledienstverplichting, 2011-2020;

de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor een uitspraak ten gronde, en

de verwerende partij in hogere voorziening te verwijzen in de kosten van rekwirante van de onderhavige procedure en van de procedure in eerste aanleg.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert rekwirante vier middelen aan:

̶    Het Gerecht heeft inbreuk gemaakt op artikel 263, vierde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: „VWEU”), in het bijzonder door te oordelen dat UNO niet had aangetoond dat het litigieuze besluit de positie van minstens een van haar leden op de betrokken markt wezenlijk kan aantasten. Meer in het bijzonder heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door rekwirante een buitensporig hoge bewijslast op te leggen voor het aantonen van haar procesbevoegdheid, en heeft het aldus inbreuk gemaakt op artikel 263, vierde alinea, VWEU;

̶    Het Gerecht heeft inbreuk gemaakt op artikel 263, vierde alinea, VWEU door te oordelen dat UNO niet had aangetoond dat het litigieuze besluit haar individueel raakt omdat het haar eigen belangen als vereniging aantast. Het Gerecht heeft bij zijn beoordeling van rekwirantes procesbevoegdheid de door haar aangevoerde feiten onjuist opgevat;

̶    Het Gerecht heeft artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geschonden door, ten eerste, artikel 263, vierde alinea, VWEU op willekeurige wijze toe te passen, en, ten tweede, de procedure in eerste aanleg te hebben behandeld op een wijze die in strijd is met een doeltreffende en goede rechtsbedeling.

̶    Het Gerecht heeft artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geschonden omdat het, door het door UNO ingestelde beroep tot nietigverklaring niet-ontvankelijk te verklaren, inbreuk heeft gemaakt op het recht op een doeltreffende voorziening in rechte.

____________