Language of document :

Beroep ingesteld op 1 december 2022 – Sberbank Europe / ECB

(Zaak T-790/22)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Sberbank Europe AG (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordiger: O. Behrends, advocaat)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank (ECB)

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de ECB van 21 september 2022 tot afwijzing van verzoeksters verzoek om, overeenkomstig de regeling inzake toegang van het publiek tot documenten, toegang te krijgen tot de beoordeling van de ECB betreffende de vraag of Sberbank Slovenia (Sberbank banka d.d) een instelling is die faalt of waarschijnlijk zal falen (FOLTF-beoordeling);

verwijzing van de ECB in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

De ECB heeft verzoeksters rechten geschonden door haar verzoek niet te onderzoeken in één enkel omvattend besluit waarin rekening wordt gehouden met alle relevante juridische aspecten en, meer in het bijzonder, met het feit dat de ECB bepaalde toegangsgronden buiten beschouwing heeft gelaten, dat zij bepaalde toegangsgronden kunstmatig heeft tenietgedaan, dat zij de openbaarheidsregeling ten onrechte heeft uitgelegd op een wijze die de toegang en de transparantie eerder beperkt dan uitbreidt, dat zij heeft nagelaten alle toegangsregelingen op coherente wijze uit te leggen en toe te passen, dat zij geen toereikende motivering heeft gegeven, dat zij gedwaald heeft door een afzonderlijk besluit vast te stellen omtrent een potentieel recht op toegang overeenkomstig artikel 22, lid 2, van de GTM-verordening1 en artikel 32, lid 1, van de GTM-kaderverordening2 , dat zij het beginsel van daadwerkelijke rechtsbescherming als bedoeld in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten en dat zij ten onrechte heeft aangenomen dat zij de onbewerkte tekst van de FOLTF-beoordeling niet openbaar mocht maken.

Het bestreden besluit is ontoereikend gemotiveerd en is aangetast door kennelijke beoordelingsfouten omdat er geen duidelijke reden is en niet wordt verklaard waarom inzonderheid de zwartgelakte delen van de FOLTF-beoordeling niet openbaar mochten worden gemaakt.

De ECB heeft artikel 4, lid 1, onder c), van haar besluit inzake de toegang van het publiek1 , artikel 27 van de GTM-verordening, artikel 53 van richtlijn 2013/36/EU2 en het Baumeister-arrest3 van het Hof van Justitie onjuist uitgelegd en toegepast.

De ECB heeft artikel 4, lid 2, van haar besluit inzake de toegang van het publiek onjuist uitgelegd en toegepast.

Het bestreden besluit vertoont procedurele gebreken aangezien de ECB in de procedure die tot dat besluit heeft geleid, geen toegang tot het dossier heeft verleend overeenkomstig artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

____________

1 Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB 2013 L 287, blz. 6).

1 Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB 2014 L 141, blz. 1).

1 Besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/3) (2004/258/EG) (PB 2004, L 80, blz. 42).

1 Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB 2013, L 176, blz. 338).

1 Arrest van het Hof van 19 juni 2018, Baumeister (C-15/16, EU:C:2018:464).