Language of document : ECLI:EU:T:2005:191

Zaak T‑373/03

Solo Italia Srl

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Woordmerk PARMITALIA – Termijn van beroep tegen beslissing van oppositieafdeling – Artikel 59 van verordening (EG) nr. 40/94 – Regel 48 van verordening (EG) nr. 2868/95 – Niet-ontvankelijkheid van dat beroep”

Samenvatting van het arrest

1.      Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Bevoegdheid van Gerecht – Toetsing van rechtmatigheid van beslissingen van kamers van beroep, wat voor deze kamers gebrachte rechtsvragen betreft – Ambtshalve onderzoek van overeenstemming van respectieve beroepen

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 63)

2.      Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Termijn en vorm van beroep – Schriftelijke indiening binnen twee maanden – Overmaking van bedrag dat overeenkomt met beroepstaks – Handeling die op zichzelf ontoereikend is

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 59)

1.      Het beroep voor het Gerecht krachtens artikel 63 van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk is gericht op toetsing van de rechtmatigheid van beslissingen van de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) in de zin van die bepaling. Volgens artikel 63, lid 3, van verordening nr. 40/94 kan het Gerecht immers „de bestreden beslissing vernietigen of herzien”, maar het bepaalde in dit lid moet worden gelezen in samenhang met het voorgaande lid, dat bepaalt: „Beroep kan worden ingesteld wegens onbevoegdheid, schending van wezenlijke vormvoorschriften, schending van het Verdrag, van deze verordening of een uitvoeringsregeling daarvan, of wegens misbruik van bevoegdheid”, en met inachtneming van de artikelen 229 EG en 230 EG. De rechtmatigheid van een beslissing van de kamer van beroep moet door het Gerecht dus worden getoetst aan de hand van de rechtsvragen die voor de kamer van beroep zijn gebracht, met dien verstande dat de overeenstemming van het beroep voor de kamer van beroep met het beroep voor het Gerecht een vraag van openbare orde is, die ambtshalve dient te worden onderzocht.

(cf. punten 25, 28)

2.      Ingevolge artikel 59 van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk wordt het beroep schriftelijk ingesteld bij het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) binnen twee maanden na de dag waarop de beslissing is meegedeeld.

Hoewel volgens dit artikel het beroep wordt geacht pas te zijn ingesteld nadat de beroepstaks is betaald, kan de enkele overmaking van het desbetreffende bedrag niet worden beschouwd als equivalent van de door dit artikel vereiste handeling. Dienaangaande rust op het Bureau, meer in het bijzonder op zijn financiële dienst, geen verplichting om eventuele verzoekers voor de kamer van beroep te waarschuwen voor de gevolgen van niet-inachtneming van de in verordening nr. 40/94 gestelde vereisten.

(cf. punten 56, 58-59)